(advertenties)
(advertentie)

De cannabisplant is fascinerend. Ze heeft tal van recreatieve en medicinale eigenschappen en de plant is ook enorm geschikt voor allerlei industriële toepassingen. Cannabis is heel divers. Maar hoe kan het toch dat er zoveel verschillende wietsoorten zijn? Heeft dat echt nut? Of is het marketing-gedreven onzin? Het antwoord vind je hier.

We worden tegenwoordig bijna bedolven onder de medicinale cannabissoorten. Vooral op de Amerikaanse markt. Maar ook Nederlandse zadenbedrijven introduceren regelmatig nieuwe soorten. Hierdoor zijn er de afgelopen jaren honderden, zo niet duizenden wietsoorten bij gekomen.

In dit artikel gaan we kijken waarom die nieuwe soorten ontstaan en of dat pure marketing is, of dat het echt nut heeft. Om dit uit te zoeken, moeten we eerst terug naar de oorsprong van de cannabisplant.

Het ontstaan van indica, sativa en ruderalis

Waar op aarde de eerste cannabisplanten zijn gaan wortelen, daar lopen de meningen over uiteen. Maar de consensus is dat de eerste planten in Centraal- en West-Azië groeiden. Dus in landen als China, Mongolië, India en zelfs in de Himalaya. En ook in omringende landen natuurlijk.

Aardewerk van 6000 jaar oud dat met henneptouw is versierd. Op de vindplaats in China trof men meer verwijzingen naar hennep en cannabis aan. [Beeld: Wikipedia/Shaanxi]

Er zijn hele oude indicaties gevonden in het hindoeïsme, die verwijzen naar een groene wonderplant die langs de oevers van de Ganges groeit. Dit is een lange, heilige rivier die dwars door India en Bangladesh stroomt. En ook in de Chinese geschiedenis zijn veel verwijzingen gevonden naar cannabis en hennep.

Omdat cannabis de mens zoveel te bieden heeft, was het natuurlijk een kwestie van tijd voordat de plant zich over de hele wereld verspreidde. Dit gebeurde door rondtrekkende volken die per voet of met een boot de wereld verkenden.

Cannabis is een sterke plant die goed kan overleven. Bovendien kan ze zich goed aanpassen aan een nieuwe omgeving. En precies dat vermogen heeft ertoe geleid dat er her en der op aarde een paar verschillende subsoorten zijn ontstaan. Die worden ook wel landrassen genoemd.

Die verschillende landrassen die een paar duizend jaar geleden ontstonden weken niet gigantisch van elkaar af. Maar er waren wel een paar praktische verschillen in uiterlijke kenmerken, qua groeipatronen en kleuren. Maar ook wat betreft geuren, kwaliteiten en effecten.

De eerste verschillende landrassen heeft men onderverdeeld in een spectrum met drie subsoorten:

  1. Cannabis indica
  2. , Cannabis sativa
  3. Cannabis ruderalis


Laten we even kort naar de belangrijkste verschillen kijken.

Indica – klein maar fijn

De soort die wij indica noemen komt van origine uit Centraal-Azië en het Indiase subcontinent. Je zou kunnen zeggen dat deze soort het dichtst bij de allereerste cannabisplant staat.

Indica’s zijn compacte en brede planten met diepgroene bladeren en brede bladvingers. Sommige plantkundigen beweren dat de plant compact is omdat die dan goed in bergachtige gebieden kan groeien, zoals de Himalaya. In bergen is het namelijk lastig wortelen en het kan er hard waaien.

De bloeifase van een indica duurt maximaal 65 dagen en er groeien dikke, zware toppen aan de plant.

Aan de bladeren is onder andere te zien of een wietplant (vooral) indica- of sativa-genen heeft.

Het effect van indica speelt zich vooral in het lichaam af; een fysieke ontspanning die door het hele lichaam kan worden gevoeld. Bovendien kunnen indica’s waarnemingen zoals smaak, geluid en aanrakingen versterken.

Sativa – lang en high

Sativa landrassen komen vooral voor in tropische gebieden rond de evenaar. Dus in landen als Thailand en Zuid-India. Maar ook aan de andere kant van de oceaan, in landen als Mexico, Jamaica, Colombia en Brazilië.

Sativa’s zijn lange, slanke planten met lichtgroene bladeren en smallere bladvingers dan indica’s. Dat sativa’s langer zijn heeft overigens niet perse met de verschillen in leefomgevingen te maken. Als je een indica en sativa in dezelfde omgeving laat groeien, wordt een sativa sowieso langer. Dit is een genetische eigenschap.

Ook de toppen van een sativa worden groter en langgerekter ten opzichte van een indica. Dat komt omdat sativa’s doorgroeien tijdens de bloeifase, terwijl een indica in die fase nauwelijks doorgroeit. De bloeifase van een sativa duurt ook langer. Namelijk 60 tot 90 dagen.

Deze afbeelding van Sensi Seeds laat in 1 oogopslag het verschil zien tussen het effect van een indica en een sativa. [Foto: Sensi Seeds]

Hoewel de groeifase van sativa’s korter duurt, kan het in totaal dus wat langer duren voordat een sativa klaar is voor de oogst.

Het effect van sativa’s speelt zich vooral af in het hoofd; de term high komt daar vandaan. Dit effect laat zich het beste omschrijven als een cerebraal, creatief, energiek, vrolijk en af en toe zelfs psychedelisch gevoel.

Ruderalis – nauwelijks effect maar wel bruikbaar

De derde subsoort in het spectrum heet cannabis ruderalis. Deze cannabissoort komt voor op de noordelijke breedtegraden van het noordelijk halfrond. Dus in Rusland en Noord-Azië.

Ruderalis is een opmerkelijke soort. Ze is klein, bevat heel weinig werkzame stoffen (cannabinoïden) en ze kan koude weersinvloeden goed doorstaan.

Maar er is nog iets dat deze plant interessant maakt. De bloeifase wordt bij indica’s en sativa’s getriggerd door het korter worden van de dagen. Normaal zet het korter worden van de dagen en het langer worden van de nachten de bloeifase in gang. Dus zodra we richting het herfstseizoen gaan, beginnen indica’s en sativa’s te bloeien zodat ze zich op tijd kunnen voortplanten.

Ruderalis is een korte plant die gekruist wordt om autoflowers te krijgen [Beeld: Leafly]

Maar omdat het ’s zomers in ’t hoge Noorden niet donker wordt, heeft ruderalis zich aangepast. Deze soort heeft zichzelf namelijk onafhankelijk gemaakt van het korter worden van de dagen; ze gaat na een x-aantal weken gewoon bloeien.

Hybriden wietsoorten – cannabis verdelen

in dit artikel zoeken we uit waar al die honderden (medicinale) cannabissoorten vandaan komen.

Omdat cannabis bijna overal kan groeien en bloeien, zijn er in de afgelopen duizenden jaren nuances ontstaat in het groeipatroon, allerlei uiterlijke kenmerken, de geur, kleur en de smaak. En dat leidde weer tot een aantal verschillende landrassen en een onderverdeling in indica, sativa en ruderalis.

Nu we dit weten is het tijd om een stap verder gaan.

Want de meeste wietsoorten die je vandaag de dag kan krijgen zijn onder invloed van de mens ontstaan. Namelijk door een proces dat veredelen heet. En vooral sinds (medicinale) cannabis in steeds meer delen van de wereld is toegestaan, is het aantal soorten dat door veredeling tot stand komt explosief gegroeid.

Maar was is veredelen dan precies?

Veredelen houdt in dat bepaalde gewenste eigenschappen van een bepaalde cannabisplant worden gekruist met de wenselijke eigenschappen van andere soort. Hierbij is het uiteindelijk de bedoeling dat alle wenselijke eigenschappen worden verenigd in één nieuwe soort.

Deze nieuwe soort heeft een nieuw genenprofiel dat zich uit in een nieuwe smaak, andere geur, andere uiterlijke kenmerken én specifiek medicinale effecten. Dit noemt men ook wel een nieuw genotype.

Tijdens het ontwikkelen van deze nieuwe soorten, zijn zowel indica-als sativa-eigenschappen gecombineerd. Deze soorten noemt men hybride soorten.

En door hybride soorten te verdelen met de eigenschappen van ruderalis, zijn zelfbloeiende cannabissoorten ontstaan. Dit zijn hybriden die na circa 10 weken groeien automatisch gaan bloeien.

Wat is het nut voor medicinaal gebruik?

Het gebruik van cannabis is over het algemeen verdeeld over drie primaire toepassingen: recreatief,  medicinaal en industrieel.

Recreatieve cannabisgebruikers kunnen cannabis gebruiken voor een plezierig effect, stressvermindering of een creatieve boost.

In de witte bolletjes (trichomen) liggen de werkzame stoffen van cannabis opgeslagen, plus de stoffen die cannabis haar geur en smaak geven. Hierin valt eindeloos te combineren.

Medische consumenten gebruiken cannabis onder meer om symptomen als pijn, angst, slapeloosheid en het verlies van eetlust te verminderen. Bovendien zijn er steeds meer aanwijzingen dat cannabis heel veel geneeskrachtige eigenschappen heeft, zoals bij het bestrijden van bepaalde vormen van kanker.

Omdat het verbod op cannabis langzaam maar zeker afbrokkelt, wordt er de laatste jaren steeds meer onderzoek gedaan naar de heilzame werking van cannabis.

En uit die onderzoek blijkt dat de medicinale (en recreatieve) eigenschappen van cannabis voortkomen uit honderden actieve werkzame stoffen zoals cannabinoïden, terpenen en flavonoïden die tezamen een keur aan medische voordelen bieden. Er zijn momenteel ruim 100 cannabinoïden ontdekt waarvan THC en CBD de bekendste zijn. Bovendien zitten er ook nog terpenen in cannabis die ook ieder hun eigen werking hebben. 

Door op zoek te gaan naar nieuwe combinaties met cannabinoïden, terpenen en flavonoïden, kunnen nieuwe eigenschappen ontstaan die een gunstige medicinale werking hebben. En omdat de wetenschap en veredelaars steeds meer leren over alle werkzame stoffen in cannabis, worden zijn steeds beter in het ontwikkelen van soorten voor specifieke, medicinale doelen.

Dit proces is momenteel in volle gang en tijdens de zoektocht naar nieuwe succesvolle combinaties, ontstaan honderden nieuwe soorten. En daar heeft niet alleen de medicinale gebruiker baat bij…

[Openingsfoto: Shutterstock/Roxana Gonzalez]