Geïnhaleerde cannabis vermindert PTSS symptomen met meer dan 50%
Uit onderzoek blijkt dat alle symptomen van posttraumatisch stress syndroom (PTSS) direct na het inhaleren van cannabis met meer dan 50 procent afnemen.
De wietplant is mede door haar verschillende uitbundige geuren en smaken een zeer uniek organisme. Door diverse samenstellingen van aromatische terpenen krijgt elke soort een specifiek smaakprofiel én medicinaal effect.
Verschillende monoterpenen en sesquiterpenen – afhankelijk van het aantal moleculen waaruit de stof is opgemaakt – worden vooral teruggevonden in de trichomen van de vrouwelijke cannabis-bloemtoppen. Vandaar dat vooral dít deel van de wietplant zo sterk geurt. Maar hoe cannabis deze stoffen aanmaakte was tot nog toe niet bekend.
Wetenschappers van de University of British Columbia (UBC) onderzochten het productieproces van de stof in de plant, de terpeen-biosynthese, om erachter te komen waar deze stoffen vandaan komen.
Zij concludeerden dat er in elk geval ’30 terpeen synthese-genen zijn die bijdragen aan de verschillende aroma’s in cannabis. Deze genen spelen een grote rol in het produceren van natuurlijke producten als limoneen, myrceen en pineen in wietplanten.’
Limoneen (citrus), myrceen (muskus) en pineen (den) zijn veel in cannabis voorkomende terpeen-moleculen. En met meer dan 30 verschillende synthese-genen die deze terpenen maken, is de potentie van de plant om aroma’s, smaken en effecten te produceren nagenoeg eindeloos.
Zo werd tijdens deze studie ook het gen ontdekt dat beta-caryofylleen (β-caryofylleen) produceert. De terpeen werkt op dezelfde cel-receptoren als THC en CBD, twee van de meest bekende cannabinoïden in de plant. De terpeen heeft echter van zichzelf geen psychoactieve eigenschappen.
Bijzonder genoeg vonden onderzoekers dat er wel cannabis-soorten bestaan die geen cannabinoïden produceren, maar er geen soort bekend is die geen terpenen aanmaakt. In hun studie vonden ze er één zonder monoterpenen (zoals myrceen), maar deze bevatte wel cannabinoïden en sesquiterpenen (zoals β-caryofylleen).
Dit impliceert dat de biosynthese van verschillende klassen terpenoïden afzonderlijk wordt gereguleerd. “Het feit dat terpenen zijn blijven bestaan tijdens de domesticatie van de plant, laat zien hoe belangrijk ze voor de mens zijn”, zeggen de auteurs van het onderzoek.
Deze studie laat ook zien dat de cannabisplant ongeveer net zo veel smaakmoleculen aanmaakt als de druiven in een wijngaard. Daar zijn de stoffen verantwoordelijk voor de rijke anti-oxidante smaken van gerijpte wijn.
Jörg Bohlmann, professor van de Michael Smith laboratories en faculteit van bosbouw, legt in een persbericht uit waarom de UBC dit onderzocht: ‘Het doel is om welomschreven en goed reproduceerbare cannabis-soorten te ontwikkelen.’
‘Het lijkt op de wijnindustrie, die zijn ook afhankelijk van gedefinieerde druifsoorten zoals chardonnay of merlot voor een hoogwaardig product’, gaat hij verder. ‘Ons genomisch-werk kan zadenveredelaars van commerciële soorten helpen concentreren op de genen die zij nodig hebben voor specifieke smaak-kwaliteiten.’
Het is niet alleen voor de commerciële markt interessant deze terpenen en hun biosynthese te begrijpen. Deze aromatische stoffen werken namelijk ook – zoals eerder aangegeven – als sturing voor de medicinale effecten van cannabis.
Terpenen zijn dan ook belangrijk voor het intensiveren van de effecten van cannabinoïden. Ze versterken de medicinale werking van werkzame stoffen als THC, een synergie die we kennen als het entourage-effect. Dat is de reden waarom in veel gevallen cannabis-extracten van de hele plant beter werken dan een isolaat van alleen THC of bijvoorbeeld CBD uit hennep.
Daarnaast komt cannabis tegenwoordig steeds dichter in de buurt van ambachtelijke consumptieproducten zoals wijn, bier, koffie en chocolade. Om deze trend door te zetten en de industrie te laten doorgroeien tot de kunstvorm die het betaamt, is deze kennis over (het ontstaan van) terpenen onmisbaar.