(advertenties)
(advertentie)

Ontstaat angst al in de genen? Dit is een belangrijke vraag die veel onderzoekers bezighoudt. En hoe hangt dit samen met het endocannabinoïden-systeem (ECS)? 

Verstoorde balans

Veranderingen in het endocannabinoïden-systeem (ECS) worden bij een aantal neurologische ziekten gevonden, zoals de ziekte van Parkinson, de ziekte van Huntington en multiple sclerose. Verder is een belangrijk aspect van een goed functionerend ECS een goede balans tussen de signaalmoleculen anandamide (AEA) en 2-arachidonylglycerol (2-AG), en de enzymen die ze afbreken.

Deze balans ontbreekt bij veel ziektes. Sommige veelvoorkomende mutaties in de componenten van het ECS veroorzaken zelfs ziektesymptomen, waaronder angst.

Dit leidt tot de vraag: zijn deze storingen in het ECS de biologische oorzaken van angst? Verschillende onderzoeken proberen deze vraag te beantwoorden.

Kunnen genetische mutaties een van de biologische oorzaken van angst zijn?

Een knaagdierstudie, gepubliceerd in PLoS One (2017), onderzocht mutaties in genen die voor delen van het ECS coderen. Ze keken specifiek naar de genen CNR1, CNR2, FAAH en MGLL. Bovendien hebben onderzoekers onderzocht hoe deze genen bij verschillende neurologische aandoeningen voorkomen.

Belangrijk is dat deze genen voor de CB1-receptor, CB2-receptor, vetzuuramidehydrolase (FAAH) en monoacylglycerollipase coderen. Om deze te bestuderen, namen de onderzoekers genetische sequentiegegevens van zesduizend personen onder de loep. Vervolgens vergeleken ze deze individuele gegevens met de mutaties in deze genen.

De resultaten voor CNR1 onthullen significante associaties tussen de aanwezigheid van de mutaties en het optreden van angststoornissen. Het is opmerkelijk dat de individuen met de mutaties in het gen dat codeert voor de CB1-receptor drie keer meer kans hadden om angst te ontwikkelen. Mutaties in andere componenten van de ECS correleerden niet met angststoornissen.

Het endocannabinoïden-systeem en hoe het werkt in beeld… 

De ontdekking van een nieuw gen maakt onderzoeksresultaten bij ratten irrelevant

Studies naar het verband tussen angst en mutaties in genen die coderen voor het endocannabinoïdesysteem zijn schaars. Bovendien zijn ze allemaal op dieren gebaseerd. We hebben dus meer systematische benaderingen en klinische proeven bij mensen nodig om deze vragen ondubbelzinnig te beantwoorden. Interessant is dat er een urgenter, maar zeker gerelateerd probleem is. Dit komt voort uit de ontdekking van twee verschillende genen die coderen voor FAAH, wat staat voor Fatty Acid Amide Hydrolase. FAAH is een enzym dat anandamide afbreekt, een van onze eigen endocannabinoïden. FAAH wordt geassocieerd met kalme en tevreden gevoelens.

Het gen FAAH1 codeert voor FAAH. Dit is wetenschappelijk allang bekend. Onderzoekers van het Scripps-instituut in La Jolla, Californië, vonden echter een tweede enzym dat lijkt op FAAH. Dit enzym wordt gecodeerd door iets dat het FAAH2-gen wordt genoemd.

En zo komen we op een belangrijk punt, namelijk dat knaagdieren dit FAAH2-gen niet bezitten. In wezen betekent dit dat knaagdierstudies naar de mutatie van het ECS dus een onvolledig beeld schetsen van mogelijke associaties tussen mutaties en neurologische ziekten voor mensen. Van verder belang is dat het FAAH2-gen zich op het X-chromosoom bevindt. Daarom zijn de mutaties ervan een mogelijke oorzaak voor X-gebonden verstandelijke handicaps en autismespectrumstoornissen.

Hoe zit het met menselijke studies over de biologische oorzaken van angst?

Een casusrapport van de Universiteit van Brits Colombia, in Vancouver, beschrijft een 25-jarige man bij wie op zevenjarige leeftijd een angststoornis werd vastgesteld. De onderzoekers hebben zijn DNA gesequenced en vonden twaalf mogelijke genen die met zijn aandoening kunnen worden geassocieerd. Een van deze genen was FAAH2.

Om de functie van dit gen te testen, gebruikten de onderzoekers een verscheidenheid aan moleculaire biochemische hulpmiddelen. Ze slaagden erin een versie te maken van het defecte FAAH-eiwit waarvoor het gen codeert. Ze ontdekten dat de gemuteerde versie van het eiwit anandamide (AEA) niet afbreekt.

Om de effecten op het weefsel van de daadwerkelijke patiënt te onderzoeken, hebben ze enkele huidcellen van deze patiënt afgenomen. Vervolgens hebben ze het vermogen getest van door deze cellen geproduceerde FAAH om AEA te metaboliseren. Dit vermogen bleek eveneens defect te zijn in vergelijking met de controlecellen die werden verkregen van een onaangetast individu.

Ten slotte heeft het onderzoeksteam de niveaus van endocannabinoïden gemeten in de huidcellen die ze van de patiënten hadden gekregen. De resultaten toonden verhoogde AEA-waarden. Dit bevestigt dat het inderdaad het defecte FAAH-enzym is dat wordt gecodeerd door het gemuteerde FAAH2-gen, dat functionele gevolgen heeft voor de niveaus van AEA.

Met andere woorden: mutaties in het endocannabinoïden-systeem kunnen rechtstreeks verband houden met angststoornissen.

Het ECS en de biologische oorzaken van angst

We zijn nog ver verwijderd van routinematige screening op ECS-mutaties. Studies als deze dragen er echter toe bij dat dit sneller werkelijkheid wordt. Uit onderzoek blijkt duidelijk dat mutaties in het ECS als biologische oorzaken van neurologische en angststoornissen bij de mens voorkomen.

De uitdaging blijft dus om het therapeutisch potentieel van exogene cannabinoïden te identificeren en om de tekortkomingen die door deze mutaties in het ECS worden veroorzaakt daadwerkelijk te corrigeren.

In de tussentijd kun je nog steeds medicinale cannabis proberen voor het aanpakken van de symptomen van angst. Hoewel cannabis je angst niet geneest, kan het een belangrijk onderdeel zijn van het creëren van manieren om ermee om te gaan.

Ook de bevindingen van recente wetenschappelijke onderzoeken zijn positief. In feite concludeert één onderzoek, van de New York University School of Medicine (2015), dat ‘algemeen, huidig bewijs aangeeft dat CBD een aanzienlijk potentieel heeft als behandeling voor meerdere angststoornissen’. Hier valt dus nog veel onderzoekswinst te behalen die tot veelbelovende resultaten kan leiden. 

LEES OOK:   Het endocannabinoïden-systeem (ECS) – een uitgebreide gids

[illustraties:  WuttikitStudio/Shutterstock]