Geïnhaleerde cannabis vermindert PTSS symptomen met meer dan 50%
Uit onderzoek blijkt dat alle symptomen van posttraumatisch stress syndroom (PTSS) direct na het inhaleren van cannabis met meer dan 50 procent afnemen.
Duizenden mensen zijn verslaafd aan opiaten, ofwel farmaceutische medicijnen. Afhankelijkheid van opiaten kan desastreuze gevolgen hebben voor het dagelijkse functioneren en is vaak zeer moeilijk te overwinnen. Cannabis kan niet alleen het gebruik van op opiaten gebaseerde pijnstillers terugdringen, maar kan ook helpen de zeer ernstige afkickverschijnselen te verlichten.
Chronische pijn is één van de belangrijkste redenen voor het gebruik van op opiaten gebaseerde pijnstillers. Het is ook een van de belangrijkste redenen voor gebruik van medicinale cannabis: in een patiëntonderzoek onder 350 in Michigan woonachtige cannabispatiënten gaf meer dan 85% van de ondervraagden aan dat cannabis werd gebruikt als middel tegen pijn.
De bewezen eigenschap van cannabis als middel ter bestrijding van chronische pijn heeft het voor tienduizenden patiënten in verschillende staten van de VS mogelijk gemaakt hun gebruik van op opiaten gebaseerde pijnstillers te verminderen, of er zelfs helemaal mee te stoppen. Daardoor is in die staten ook het aantal sterfgevallen gerelateerd aan het gebruik van pijnstillers aanzienlijk gedaald.
Een onderzoek uitgevoerd in 2010 aan de hand van gegevens van de Centers for Disease Control & Prevention (CDC) heeft aangetoond dat in de VS elke dag meer dan veertig personen overlijden aan de gevolgen van een overdosis van op recept verkregen pijnstillers. Dat is meer dan het aantal sterfgevallen als gevolg van het illegale gebruik van heroïne en cocaïne. In de dertien staten met medicinale cannabis bleek het aantal sterfgevallen door een overdosis van op recept verkregen pijnstillers tot 25% lager te liggen dan in staten zonder medicinale cannabis.
Nog veelzeggender: het onderzoek toont aan dat hoe langer medicinale cannabis beschikbaar was (en daardoor bekend bij en beschikbaar voor meer mensen) hoe sterker de correlatie. In staten waar medicinale cannabis een jaar of korter beschikbaar was, lag de daling van het aantal sterfgevallen door pijnstillers rond 20%, terwijl in staten waar de medische wetgeving al vijf jaar of langer bestond er sprake was van een daling met tot wel 34%.
Het endocannabinoïdesysteem heeft diverse functionele overeenkomsten met het dopaminergische signaleringssysteem. Het dopaminergische systeem bestaat uit signaalprocessen die van essentieel belang zijn. Ze helpen bij de aansturing van het beloningssysteem van het brein. Het beloningssysteem zelf is uitgebreid en uitermate complex. Het omvat verschillende delen van het brein, waaronder de hippocampus, de hypothalamus, de amygdala, de frontale cortex en een aantal andere structuren.
Het dopaminergische systeem levert niet alleen prikkels zoals beloning en genot als respons op stimuli die als positief worden ervaren, het speelt ook een cruciale rol in de reactie van het lichaam op pijn bij een negatieve stimulus.
Opiaten zijn medicijnen die voor de medische wetenschap van groot belang zijn, omdat ze de bekendste en effectiefste agonisten van de dopaminereceptoren zijn. Opiaten zijn in de eerste plaats nuttig als pijnstillers. Morfine en codeïne zijn de bekendste voorbeelden van op opiaten gebaseerde pijnstillers. Vanwege hun ingrijpende effect op de subjectieve ervaring van beloning en genot kunnen opiaten uiterst verslavend zijn. Bovendien is het buitengewoon moeilijk om met het gebruik ervan te stoppen, omdat ze fysieke afhankelijkheid en ernstige, verlammende afkickverschijnselen veroorzaken.
De interactie van de signaleringssystemen bij tempering van de individuele respons
Hoewel het dopaminergische systeem en het endocannabinoïdesysteem als afzonderlijke systemen worden beschouwd, is er ruimschoots bewijs dat erop duidt dat gebruik van cannabinoïden invloed kan hebben op het dopaminergische systeem. Er zijn aanwijzingen dat het dopaminergische systeem en het endocannabinoïdesysteem fundamenteel met elkaar verbonden zijn en dat deze relatie de individuele reactie op cannabinoïden en opiaten bepaalt. We weten echter nog lang niet hoe deze relatie precies werkt.
Men is het er over eens dat cannabis de waarschijnlijkheid kan verlagen dat een patiënt met pijnklachten naar opiaten grijpt om de symptomen te onderdrukken. Hoewel de kennis van dit onderdeel van de neurologie zich nog in de kinderschoenen bevindt, is er veelbelovend bewijs dat gebruik van cannabinoïden kan helpen bij het verminderen van de afhankelijkheid van opiaten, zelfs in geval van een bestaande verslaving. Men denkt dat cannabinoïden kunnen helpen bij het activeren van dezelfde receptoren die worden geactiveerd door opiaten en dat hierdoor de noodzaak van het gebruik van opiaten kan worden verminderd.
Een onderzoek uit 2009 in het tijdschrift Neuropsychopharmacology beschrijft dat blootstelling aan THC of het synthetische equivalent dronabinol bij ratten de afhankelijkheid van opiaten kon blokkeren. Het effect is echter niet zo evident als de lezer misschien denkt. Het blokkerende effect van THC trad alleen op bij ratten die van hun moeder gescheiden waren. Het middel had geen effect op de respons op opiaten bij ratten die niet van hun moeder waren gescheiden.
Verder was de neiging om afhankelijkheid van opiaten te ontwikkelen duidelijk sterker bij de groep ratten die van de moeder gescheiden was, in vergelijking met de controlegroep. Het lijkt erop dat de werking van THC niet alleen werd bepaald door het effect op de dopaminereceptoren, maar ook door het effect van THC op de cannabinoïdereceptoren zelf, waardoor extra dopamine vrijkomt.
De implicaties hiervan voor mensen liggen voor de hand. Tal van onderzoeken in de loop van decennia leveren bewijs voor de stelling dat blootstelling aan een negatieve omgeving (zoals scheiding van de moeder of een lage sociaaleconomische status) een fundamenteel effect heeft op de kans dat een individu voor zijn beloningservaring afhankelijkheid ontwikkelt van farmaceutische substanties. Wanneer een substantie met minder negatieve effecten kan worden gebruikt ter vervanging van een substantie met aantoonbare zeer negatieve effecten, heeft dit een duidelijke impact op de gezondheid van het individu en op de bevolking in het algemeen.
Hierboven wordt beschreven dat THC kan helpen bij het wegnemen van de noodzaak van het gebruik van opiaten. De werking van THC is in veel opzichten vergelijkbaar met die van opiaten als agonist van bepaalde dopaminereceptoren. Daardoor komt dopamine vrij en dat leidt tot de subjectieve beloningservaring. Er is echter ook een ander mechanisme waarmee cannabinoïden de noodzaak van het gebruik van opiaten kunnen helpen terugdringen of beëindigen. Bij dit mechanisme gaat het niet om THC, maar om CBD.
CBD is een antagonist van de endocannabinoïdereceptoren. De aanwezigheid van CBD helpt THC de cannabinoïdereceptoren te activeren en dopamine af te geven. Uit een onderzoek uit 2006 voor de Journal of Pharmacology and Experimental Therapeutics bleek dat CBD, via een receptorblokkerend mechanisme, kan zorgen voor een vermindering van de beloningservaring door de aanwezigheid van opiaten, en op die manier kan helpen de drang naar beloning (de ‘fix’) van afhankelijke personen te verminderen.
Hoewel deze methode in de praktijk mogelijk niet zo effectief zal zijn bij de behandeling van personen die al afhankelijk zijn van opiaten, kan dit op twee punten een belangrijke bijdrage leveren. Ten eerste kan het bij voormalige gebruikers met een hoog risico op terugval helpen het verlangen naar beloningzoekend gedrag te verlagen. Ten tweede kan het personen die een verhoogd risico lopen om afhankelijk te worden van opiaten als gevolg van negatieve ervaringen in hun jeugd (verblijf in een kindertehuis of een sociaaleconomische achterstand), helpen de kans dat ze ooit afhankelijk worden van opiaten te verkleinen.
Dit artikel is geschreven door Seshata en verscheen eerder op het weblog van Sensi Seeds