Geïnhaleerde cannabis vermindert PTSS symptomen met meer dan 50%
Uit onderzoek blijkt dat alle symptomen van posttraumatisch stress syndroom (PTSS) direct na het inhaleren van cannabis met meer dan 50 procent afnemen.
Mensen met een eetstoornis (zoals anorexia) hebben een verstoord of minder actief endocannabinoïdesysteem. Door dit systeem te stimuleren met de cannabinoïden uit wiet kunnen dergelijke ziekten bij de oorzaak worden aangepakt.
Eten is voor de meeste mensen een plezierige bezigheid. Wij zijn er tenslotte voor gemaakt om euforie te ervaren wanneer we iets lekkers eten. Toch is het niet voor iedereen een pretje. En hoe gek het voor sommige ook klinkt, zijn er mensen die angst en zenuwen ervaren wanneer ze eten.
Patiënten met anorexia nervosa (Latijn voor ‘gebrek aan eetlust door nerveuze omstandigheden’) vinden zichzelf vaak te dik. Ondanks dat ze bijna niets eten en extreem veel gewicht verliezen. Er is altijd wel een vetrolletje die wegmoet volgens deze patiënten. Als gevolg daarvan zijn mensen met anorexia altijd bezig met het tellen van calorieën, het ontwijken van voedsel en zichzelf te wegen.
Het zware eet- en beweegpatroon dat ze zichzelf aanmeten is natuurlijk niet altijd te behouden, dus komt het voor dat patiënten eens een eetbui krijgen. Daarna voelen ze zich vaak schuldig, slecht en angstig om aan te komen. Deze angst overheerst zo erg dat mensen door te braken, laxeertabletten en/of overdreven sporten de schade willen beperken.
Anorexia nervosa is een psychiatrische aandoening die dus wordt gekenmerkt door een abnormale afkeer voor voedsel, slechte eetgewoonten met extreem gewichtsverlies en een slecht zelfbeeld. Veel patiënten met deze eetstoornis hebben ook last van angsten, obsessieve-compulsieve stoornis (OCS/OCD) en depressie.
De ziekte komt vooral onder adolescente meiden voor, maar ook weleens bij volwassenen en mannen. Veel experts geloven dat anorexia nervosa en boulimia nervosa veroorzaakt worden door een disbalans tussen bepaalde stoffen in het brein. Dit zou vervolgens invloed hebben op de neurotransmitters (signaalstoffen) van het endocannabinoïdesysteem (ECS).
Afhankelijk van de klinische symptomen, oftewel hoe het lichaam eraan toe is, worden de meeste patiënten behandeld middels voedingstherapie, anti-depressiva en cognitieve gedragstherapie. De anti-depressiva werken echter niet altijd en zijn vaak zeer verslavend en schadelijk voor het lichaam. Vandaar dat er ook behoefte is aan een natuurlijk en minder schadelijk middel die deze ziekte bij de oorzaak zou kunnen aanpakken.
De receptoren van het ECS zijn verspreid door het hele lichaam en vervullen orgaan-specifieke fysiologische rollen. Lichaamseigen cannabinoïden, zoals 2-Arachidonyl-glycerol (2AG) en anandamide, stimuleren de CB1 en CB2-receptoren van het ECS en helpen daarmee het lichaam normaal te functioneren.
Deze endocannabinoïden spelen een grote rol in het reguleren van diverse processen in ons lichaam, waaronder hongergevoelens en het lichaamsgewicht, door op de CB1-receptoren in het brein te werken.CB1-receptoren worden geassocieerd met voedselopnamegedrag, het stimuleren van honger en het reguleren van de feedback-signalen ervan. Het ‘ik zit vol’ signaaltje is daar een mooi voorbeeld van.
Primaire hersenstructuren zoals de hypothalamic nuclei en de nuclues accumbens zijn zeer gevoelig voor endocannabinoïde-actie. De activiteit van die gebieden variëren dan ook afhankelijk van de voedingssituatie en het eetgedrag.
Endocannabinoïden verhogen de motivatie om te eten via het beloningssysteem en door een euforisch gevoel na het innemen van eten. Daarbij moduleren de stoffen het energie-metabolisme en de opslag. De nucleus accumbens wordt bovendien geassocieerd met de perceptie van emotie en het geheugen.
Op basis van deze informatie is de link snel gelegd. Het endocannabinoïdesysteem heeft invloed op de stemming en ook onze reactie op voedsel. Anorexia-patiënten kunnen lijden aan een minder actief ECS, waardoor het plezier door eten niet wordt ervaren. Gezien de pathogenese van de ziekte, de ontwikkeling ervan, te maken heeft met de nucleus accumbens en het beloningssysteem, zijn ook gedragsstoornissen onvermijdelijk bij anorexia.
De behandeling van anorexia of andere eetstoornissen, gewichtsregulatie en obesitas zou dus idealiter gefocust zijn op endocannabinoïden. Dan wordt de stoornis aangepakt door de onderliggende oorzaak, het emotionele gedrag dat het veroorzaakt, weer terug in balans te brengen.
Niet alleen lichaamseigen cannabinoïden hebben invloed op de ECS-receptoren. Fytocannabinoïden die wij kennen uit de cannabisplant (fyto = plantaardig), kunnen ook de CB1- en CB2-receptoren stimuleren. Daarmee kunnen ze, net als 2-AG en anandamide, ons helpen homeostase te bereiken en een optimaal eetgedrag, energiemetabolisme en lichaamsgewicht te behouden.
Het is wetenschappelijk bewezen dat THC, de meest bekende van deze fytocannabinoïden, CB1-receptoren stimuleert waar smaak en geur wordt waargenomen. Het gebruik ervan zorgt daarom voor een hoger dopamine-niveau en de inductie van hongergevoelens. THC geeft je op die manier een euforisch beloningsgevoel nadat je iets eet. Cannabis kan zo eten weer een plezierige bezigheid maken voor patiënten met anorexia, terwijl het tegelijkertijd angst en depressie verlicht.Verschillende studies laten de hongeropwekkende effecten van cannabis zien in een laboratorium-setting. Helaas zijn de klinische studies met mensen naar dit fenomeen erg schaars. Een driejarige studie bewees wel dat THC anorexia-patiënten kan helpen gewicht aan te komen zonder vervelende bijwerkingen. Hier ging het, helaas, om de synthetische THC ‘dronabinol’.
De verstorende factoren in dit onderzoek zijn dus het gebruik van synthetische cannabis en het feit dat de participanten een lage dosering kregen toegediend. Er zijn namelijk wel verschillen tussen de synthetische vorm van THC en de stof uit de cannabisplant. Zo is het onmogelijk om te sterven door natuurlijke THC, maar zijn er in diverse trials al mensen gestorven door synthetische wiet. Moeder natuur verzorgt ons uiteindelijk het best kunnen we concluderen. Ook is het effect van synthetische THC, door het ontbreken van terpenen en cannabinoïden die het medicinale effect van THC vormgeven, een stuk heftiger.
Een ander onderzoek naar boulimia en anorexia-patiënten concludeerde dat het stimuleren van de CB1-receptoren, een mogelijke lange termijn oplossing is voor een disfunctioneel ECS in deze patiënten. De onderzoekers zagen vooral in de insular cortex, een gebied waar lichaamsperceptie, spijsverteringsinformatie, beloning- en emotie-verwerking wordt geregeld, slecht functionerende receptoren. Door in dat gebied de CB1R te stimuleren, wordt de balans teruggebracht die nodig is voor normaal (eet-)gedrag.