Binnen met wiet kweken beginnen #4: de cyclus
Dit vierde deel van deze serie over binnen wiet kweken gaat over de levenscyclus. Ook binnen gaat een wietplant immers van zaailing naar groei tot bloei en uiteindelijk de oogst.
De wietplant heeft, net als mensen, mannetjes en vrouwtjes. Vrouwelijke planten maken de door ons geliefde bloemtoppen aan, met daarop de medicinaal werkzame cannabinoïden en terpenen. De mannelijke planten maken daarentegen stuifmeel aan om vrouwelijke wietplanten te bevruchten, zodat ze zaden kunnen produceren.
Gezien dat laatste ongewenst is voor de kleinschalige thuisteelt – omdat zaadontwikkeling in de toppen ten koste gaat van de kwaliteit en het oogstgewicht van de wiet – werden gefeminiseerde zaden geïntroduceerd. Dit zijn wietzaden waar altijd vrouwtjes uitkomen, zodat je kweekhok of tuin in het buitenseizoen vrij blijft van mannetjes die de overige planten kunnen ‘verpesten’.
Er zijn een paar verschillende methodes om gefeminiseerde wietzaden te produceren, maar er komt altijd een flinke dosis stress bij kijken. Vrouwelijke wietplanten worden namelijk opzettelijk gestrest waardoor ze mannelijke bloemen en stuifmeel gaan maken. Omdat dit stuifmeel alleen de vrouwelijke (XX) chromosomen bevat, levert de bevruchting van een andere vrouwelijke wietplant hiermee altijd vrouwelijke wietplanten (zaden) op.
Gefeminiseerde wietzaden hebben dus altijd een hermafrodiete ouder, waardoor deze eigenschap in sommige gefeminiseerde zaden ook wordt doorgegeven. Hermafrodiete wietplanten komen bij gefeminiseerde planten dan ook vaker voor dan bij gewone, niet gefeminiseerde wietplanten. De techniek wordt echter steeds beter, waardoor de kans op hermafrodiete wietplanten tegenwoordig bijna even klein is als met gewone wietzaden.
Echter kan hormonale stress ervoor zorgen dat een gefeminiseerde wietplant tóch hermafrodiet wordt. Het zogenaamde (ont-)toppen van wietplanten, een veelgebruikte techniek waarbij de hoofdtak van de plant wordt verwijderd om meer hoofdtoppen te krijgen en een breder groeiende wietplant, veroorzaakt veel hormonale stress; dus dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden.
De plant wordt ontdaan van haar hoofdtop, de tak die de meeste kans maakte op bevruchting, en kan daarom bang worden dat haar voortbestaan in gevaar komt. Ze besluit daarom alles op alles te zetten en mannelijke bloemen met stuifmeel te ontwikkelen om zichzelf maar te kunnen bevruchten. Het ontstaan van hermafrodiete wietplanten ligt in de regel dus niet aan de kwaliteit van het zaad.
Daar de meeste zaadleveranciers geen 100 procent vrouwelijke zaden kúnnen leveren, blijft het gevaar van herma’s bestaan bij stressvolle situaties die het voortplanten van het organisme bedreigen. Zeker als de plant zijn geslacht nog niet volledig heeft prijs gegeven is ze hier gevoelig voor, zoals wanneer er in de groeifase getopt wordt. Dit heeft er ook bij Mediwietsite-kweekverslaggever Mr. Kush waarschijnlijk voor gezorgd dat zijn planten mannelijke bloemen aanmaken.
Om deze ellende te voorkomen kan men (biologische) Apex gebruiken, een middel dat zelfs het ontstaan van herma’s onderdrukt. Bio Apex is een plantaardige hormoonregulator die de lengtegroei van de hoofdtak van de plant remt. Een zogenaamde apicale celstrek-remmer die je plant doet groeien alsof-ie getopt is – breed en kort – zonder dat er een schaar aan te pas komt.
De lengtegroei van de hoofdtak wordt gestimuleerd door hormonen die in het apicale deel, de top van de plant, worden gevormd. In de topdelen van zijtakken worden ook hormonen gevormd die invloed hebben op de lengtegroei of celstrek, maar deze zijn anders samengesteld.
De belangrijkste hormonen voor de plantgroei zijn giberelinezuren (GA), waarvan de meest bekende typen GA’s elkaar kunnen stimuleren of juist afremmen. De verhouding tussen deze hormonen is dus essentieel voor hoe een plant groeit; en deze verhouding is afhankelijk van zowel genetische (sativa/indica) als externe omgevingsfactoren.
De apicale celstrek-remmer Bio Apex maakt dankbaar gebruik van deze gevoeligheid en bevat plantaardige agentia die in de hoofdtak gevormde GA’s tijdelijk ontregelt. Het spul heeft daarbij geen invloed op de samenstelling van hormonale zuren in de zijtakken, waardoor deze normaal blijven ontwikkelen. Omdat het ook andere processen in de plant zoals celdeling, energetische processen en celdifferentiaties niet beïnvloedt, is het enige gevolg ervan een breed groeiende plant met korte internodes.
Bio Apex spuit je (’s nachts bij droog weer) met een vernevelende plantenspuit over de plant heen, wanneer deze zo’n 20-25 cm in hoogte is. Indien gewenst kan dit een week later nogmaals herhaald worden, maar meer heeft de plant niet nodig om haar groeiproces te laten beïnvloeden. Bij de juiste dosering heeft het gebruik van BioApex verder geen negatieve gevolgen voor de plant en haar bloemen. Het is daarom in het geval van gefeminiseerde zaden een stressloos alternatief op het toppen van de plant.
Bio Apex is vanaf 22,50 euro verkrijgbaar bij onder meer BioQuant Agrostore