10 dingen om WEL én NIET te doen als je wiet gaat kweken
Zelf medicinale wiet kweken is niet moeilijk, maar er zijn wel do's en don'ts. Daarom 10 zaken die je vooral WEL en NIET met wietplanten moet doen.
Bij wietplanten die buiten groeien, zorgt moeder natuur voor de kweekomstandigheden en heb je niet veel invloed op het licht en de lucht. CO2 kun je buiten niet extra toedienen, maar er zijn wel andere extraatjes om wietplanten buiten mee te verwennen, lees maar mee.
Buiten doen wietplanten het met wat de natuur hun biedt. Zaken als licht en lucht heb je dus niet helemaal in de hand, maar toch kun je de omstandigheden buiten wel een beetje bijsturen. Voeding is een extraatje dat je natuurlijk wel kunt geven. Al geldt hiervoor dat overdaad schaadt, en het dus geen echte verwennerij is voor een wietplant.
Buitenwietplanten krijgen licht van de zon, maar ook daar kun je enige invloed op uitoefenen. Wanneer je in potten kweekt kun je je wietplanten enorm verwennen door ze steeds naar de zonnigste plek van je tuin te verplaatsen.
Wanneer je ook over een binnenkweekruimte beschikt, kun je de zon ’s avonds natuurlijk aanvullen door je buitenplanten binnen onder de lamp te zetten. Zo kun je het aantal lichturen in de groeifase verlengen, je verwent je wietplant er enorm mee!
Wanneer je wietplanten in juli al laat bloeien verwen je ze echter helemaal! Ze kunnen hierdoor veel meer en betere medicinale wiet produceren dan wanneer ze in de late nazomer nog toppen moeten aanmaken.
Door ze vanaf halverwege juli, een dikke maand lang iedere avond in het donker te zetten, zullen ze eerder aan de bloeifase beginnen en bij beter weer kunnen afbloeien. Het is de bedoeling dat de planten door het verduisteren niet meer dan 12 uur licht krijgen.
In de groeifase kun je buitenwietplanten ook af en toe eens op een lekkere douche met bladvoeding trakteren. Via de bladeren nemen wietplanten namelijk ook voeding op, en dan met name de macro-elementen.
Je hoeft hiervoor echt geen speciale bladvoeding te gebruiken, al is dat natuurlijk helemaal een traktatie. Vul gewoon een plantenspuit met groeivoeding en gebruik een halve dosis van wat je normaal gesproken zou geven, en besproei je planten hiermee.
Compostthee is een eigenlijk een levende plantenvoeding, wanneer je het maakt kweek je namelijk micro-organismen (microbes) die in gezonde grond leven. Deze zorgen voor een gezond bodemleven dat organisch materiaal afbreekt in voor planten opneembare mineralen.
Compostthee bevat naast microbes ook een grote hoeveelheid macro-meststoffen die via de huidmondjes op de bladeren (stomata) kunnen worden opgenomen. Dit maakt compostthee ook een uitstekende bladvoeding die niet alleen voedt maar ook beschermt. Compostthee laat op de bladeren een beschermende coating achter die uitstekend beschermt tegen ongedierte, pure verwennerij dus!
Om te voorkomen dat wietplanten bij hevige regenval verzuipen, doe je er goed aan om een afdak voor ze te maken of ze naar binnen te halen. Een afdak moet echter nogal stevig zijn, om de nazomerstormen te kunnen trotseren.
Zorg ook dat je een stevige bamboestok langs je planten zet, en bind ze op met twee touwtjes. De top hoeft niet, die is flexibel genoeg en knakt niet zomaar. Zaadplanten staan beter verankerd in de grond dan wietplanten uit stekken.
Onder de grond kun je je buitenplanten ook verwennen. Wanneer je planten in de volle grond kweekt, doe je deze een enorm plezier door de grond van te voren eens goed om te spitten en te verrijken met wat mestkorrels. Verder hoef je planten in de volle grond niet echt te voeden. Wanneer de bodem van goede kwaliteit is kunnen de wortels in de volle grond altijd genoeg voeding opnemen.
Potplanten kunnen op een gegeven moment echter wel met tekorten kampen. Meestal is dit zo rond de hete zomermaanden wanneer de planten al een aardig formaat hebben en ze veel voeding en water drinken.
Vooral met wat extra fosfor en magnesium (bijvoorbeeld met guano-extract ) zijn je planten je erg dankbaar. Extra kalium geven op een biologische manier gaat prima met melasse. Melasse is een afvalproduct van suikerbieten en bevat erg veel kalium. Let wel op, want ook met het bijvoederen gaat hetzelfde liedje op: overdaad schaadt!