10 dingen om WEL én NIET te doen als je wiet gaat kweken
Zelf medicinale wiet kweken is niet moeilijk, maar er zijn wel do's en don'ts. Daarom 10 zaken die je vooral WEL en NIET met wietplanten moet doen.
De stam van een wietplant is als een snelweg naar een betere oogst, en iedereen die binnen of buiten mediwiet kweekt zal dat beamen. De planten met de dikste stammen produceren doorgaans namelijk de meeste en beste cannabis. Er is dus een duidelijk verband tussen dikke stammen en een goede oogst, maar hoe zorg je er nou precies voor dat je wietplant een dikkere stam krijgt?
Het verband tussen een dikke stam en een succesvolle oogst is duidelijk: wietplanten met dikkere stammen produceren meer en betere wiet dan hun genetische soortgenoten met een dunne stam.
Je kunt je echter afvragen of dit niet een kip en ei verband is? De dikte van een stam of tak is immers niet alleen een indicatie voor een goede oogst, maar ook van een gezonde wietplant. Gezonde wietplanten maken dikke stammen én leveren de beste oogst.
De weg naar een dikke stam is dan ook hetzelfde als de route naar een gezonde wietplant. Dat gezegd hebbende is er genoeg te doen om de ontwikkeling van een dikke stam (én een gezonde wietplant) te stimuleren.
Net als onze spieren, worden stammen en takken van planten sterker wanneer ze veel bewegen. Het is zelfs zo, dat de stam van een wietplant precies zo sterk wordt als nodig is om niet te hoeven breken. Met andere woorden: een wietplant die constant blootgesteld wordt aan een gemiddelde windkracht 4, zal net sterk en dik genoeg worden om die wind te kunnen doorstaan. Elke keer wanneer een stam of tak doorbuigt, beschadigt de stam van binnen een beetje, waarna die herstelt om de volgende storm of windvlaag beter te kunnen doorstaan.
Het beste wat je voor de ontwikkeling van een stevige stam dan ook kan doen, is zorgen dat die in beweging blijft. Sommige kwekers willen hun planten nog weleens met de hand heen en weer schudden om de groei van de stam te promoten, maar neem van ons aan dat een licht briesje beter werkt. Daarbij moet je de stam ook de kans geven om te herstellen, dus richt een ventilator niet constant op dezelfde plek. Gebruik daarom bij voorkeur een zwenkventilator.
Richt de ventilator vlak boven het bladerdek zodat alle planten lichtjes in beweging zijn. Te veel wind zorgt er namelijk voor dat bladeren kunnen uitdrogen. Een beetje wind maakt stammen dikker en voert bovendien verse lucht met CO2 door het bladerdek. Naarmate wietplanten groter en sterker worden, kunnen ze meer hebben en kun je de windkracht opvoeren, maar maak het niet te gek.
Tip: heb je geen zwenkventilator of is daar geen ruimte voor, sluit je ventilator dan aan op een schakelklok en gun je wietplanten een paar keer per dag een kwartiertje in de luwte. Zo voorkom je uitdroging en krijgen de bladeren de kans om vocht aan te vullen. In de natuur waait het immers ook niet altijd.
Niet alleen lucht heeft invloed op de dikte en lengte van de stam van een wietplant, maar ook de intensiteit en kleur van het licht. Omdat de zon in de natuur in de verschillende jaargetijden hoger of lager aan de hemel staat, verandert de kleur van het zonlicht gedurende het seizoen. Omringende planten nemen soms ook een deel van het licht weg, waardoor de lichtkleur verandert.
Wietplanten zijn geëvolueerd om op deze veranderingen te reageren door zich bijvoorbeeld te strekken of juist meer grote bladeren en dikke korte stammen te produceren. Het punt is dat verschillende lichtkleuren, verschillende effecten in de groei teweeg brengen.
Door de lichtkleur en intensiteit aan de levensfase van je wietplant aan te passen, kun je dan ook een gezonde ontwikkeling van de stam (en groei in het algemeen) stimuleren. Omgekeerd heeft de verkeerde lichtkleur of een te zwak licht een negatief effect. Dit zie je vaak bij zaailingen die te vroeg in het jaar zijn ontkiemd. Het zwakke licht zorgt er dan voor dat ze dunne lange stengels krijgen. De planten reageren zo omdat ze het hogerop zoeken in de hoop op meer licht. Dat zit ze nu eenmaal in de genen.
In de natuur is het zonlicht in het voorjaar – wanneer wietplanten zich in de groeifase bevinden – doorgaans sterk en aanmerkelijk blauwer dan in het najaar. Een blauwe lichtkleur stimuleert dan ook de ontwikkeling van veel vertakkingen, waardoor internodes dichter op elkaar groeien. Ook zorgt het voor de aanmaak van grote bladeren en – jawel – een stevige dikke stam!
In het najaar – wanneer wietplanten in de natuur bloeien – bevat zonlicht juist meer rood licht. Een rode lichtkleur stimuleert dan ook de bloei. Groeiende wietplanten strekken dan ook meer als gevolg van veel rood licht tijdens de groeifase. In de bloeifase, wanneer de groei gestopt is, stimuleert het rode licht juist de aanmaak van bloemen (toppen).
Kortom, gebruik voor groeiende wietplanten dus bij voorkeur een kweeklamp met een wat blauwere kleur. Dit zijn bijvoorbeeld metaal halide kweeklampen of zogenaamde full spectrum LED’s. Bij spaarlampen kun je de lichtkleur in Kelvin vaak op de verpakking vinden, de laatste twee cijfers van de kleurcode geven dat aan, kleur 865 staat bijvoorbeeld voor 6500 Kelvin. Sommige LED kweeklampen hebben ook een speciale stand voor meer blauw licht tijdens de groeifase.
Tip: kweek je alleen met HPS, probeer het licht dan tijdens de groeifase eens aan te vullen met wat extra blauw licht. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een CFL lamp of een full spectrum LED kweeklamp, 10% blauw licht kan al een groot verschil maken!
Het ligt misschien een beetje voor de hand maar een grotere wietplant heeft doorgaans ook een dikkere stam. En als er iets is dat veel invloed op het formaat van een wietplant heeft, dan is het wel de ruimte onder de grond. Het beste voorbeeld hiervan zijn wietplanten die buiten in de volle grond staan, deze kunnen in één zomer namelijk uitgroeien tot bomen van wel drie meter of hoger. Hoe groter de maat van de pot dus, hoe groter ook je wietplant, en hoe dikker de stam.
Ook zuurstof bij de wortels speelt een grote rol. Wietplanten die in een luchtig medium staan zoals kokos, steenwol, water met veel opgeloste zuurstof of een luchtig aardemengsel, groeien sneller en hebben vaak ook een beter ontwikkelde stam. Potten van textiel of zogenaamde AirPots met luchtgaten, stimuleren de wortelgroei ook. Ze zorgen niet alleen voor extra zuurstof maar ook voor meer vertakkingen bij de wortels.
Tip: geef wietplanten niet alleen voeding maar ook een toevoeging met silicium. Silicium verstevigt namelijk de celwanden en helpt om stammen en takken steviger te maken. Het zorgt er ook voor dat de stammen sneller dikker worden zodat ze meer sappen kunnen vervoeren.