(advertenties)
(advertentie)
Wie zelf zijn eigen medicijn kweekt kan zich geen teleurstellende oogst veroorloven, dat kan namelijk van levensbelang zijn of helse pijnen betekenen. Beter is het dus om een beetje meer te kweken dan je nodig hebt, en dat gaat het beste door te zorgen voor meer licht in de kweekruimte.

De meeste thuistelers zijn altijd op zoek naar methoden om hun oogst te vergroten. Dat is maar goed ook, want de vraag naar meer zorgt voor de ontwikkeling van innovatieve systemen. Kortom, meer oogst is altijd welkom. Maar wie cannabis als medicijn nodig heeft kan zich een teleurstellende oogst natuurlijk helemaal niet veroorloven. Nu zijn er veel opbrengst verhogende kweektechnieken, maar door meer licht aan de kweek toe te voegen, kun je als patiënt gegarandeerd rekenen op een grotere opbrengst.

Licht is oogstgewicht

Mensen denken vaak dat meststoffen voor planten hetzelfde is als voeding voor mensen en dieren, en hoe meer je eet, des te dikker je wordt nietwaar? Mispoes, wietplanten voeden zichzelf namelijk vooral met licht, dáár groeien ze van. Als je wietplanten dus gezond zijn en je kweekcyclus geen problemen met zich meebracht, maar je toch ontevreden bent over je oogst, dan kun je waarschijnlijk veel winst behalen door je planten simpelweg meer licht te geven. De one-liner ‘licht is gewicht’ is niet voor niets al jaren een gouden regel onder thuiskwekers.

Strekken

Wietplanten willen zodra ze zijn ontkiemd, zó graag licht dat ze er zelfs voor zouden sterven. Je kunt het goed zien wanneer je een zaailing te weinig licht geeft. Het arme plantje gaat zich strekken om op een hogere plaats meer licht op te vangen. Als dit niet op tijd lukt strekt ze zo ver door dat ze te lang en te slap wordt om haar eigen gewicht te dragen. Uiteindelijk valt ze daardoor om en sterft ze.

Zodra een zaailing boven de grond komt heeft deze voldoende licht nodig, krijgt ze dit niet dan gaat ze teveel strekken en valt ze uiteindelijk om. Foto: Algirdas Gelazius, Shutterstock

Zodra een zaailing boven de grond komt heeft deze voldoende licht nodig, krijgt ze dit niet dan gaat ze teveel strekken en valt ze uiteindelijk om. Foto: Algirdas Gelazius, Shutterstock

Vanaf de eerste dag heeft een zaailing dus voldoende licht nodig. Strekt je wietplant overmatig tijdens de groeifase? Dan kun je er bijna zeker van zijn dat de plant licht tekort komt.

Wietplanten willen nadat ze zijn ontkiemd zo graag genoeg licht opvangen dat ze er alles voor doen, inclusief sterven

In kweekruimtes binnen is het strekken van wietplanten al helemaal ongewenst. Veel patiënten beschikken ook maar over een beperkte hoogte en een kleine kweekruimte. Hoewel kleine kweekkasten zoals de Mediwietsite kweekkast ideaal zijn voor medicinale gebruikers, moeten de planten erin wel in toom worden gehouden.

Lange wietplanten leveren overigens ook nooit de grootste oogst. Buiten het feit dat de toppen dan tegen je lamp aan kunnen groeien, zorgen de lange takken ook voor een lange sapstroom. Het kost de plant dus al veel energie om de sappen met bouwstoffen op de juiste plaats te krijgen. Daarnaast moet de kweeklamp daardoor zo hoog hangen dat het licht de lager groeiende takken niet goed kan bereiken. Deze krijgen hierdoor niet genoeg licht waardoor de opbrengst dan vaak tegenvalt.

Gelijke lichtverdeling

Opbrengstverhogende kweektechnieken zijn daarom eigenlijk zonder uitzonder uitzondering gebaseerd op het zo goed mogelijk verdelen van licht. Een bekende techniek is scroggen. Door de plant in de groeifase voorzichtig om te buigen en de omhooggroeiende toppen in een rek te weven creëer je een egaal bladerdek. Daarbij worden alle toppen op dezelfde hoogte gehouden zodat ze allemaal gelijk op de perfecte afstand van de lamp groeien. Deze perfecte afstand tot de lamp noemt men de sweet spot. In de zogenaamde sweet spot is de hoeveelheid licht het hoogst, en de warmte nog niet te heet. Toppen, fimmen, supercroppen en kweken in een Sea of Green hebben allemaal een soortgelijk doel: het creëren van zoveel mogelijk toppen op een gelijke hoogte.

Maar waarom is het eigenlijk zo belangrijk om alle toppen zoveel mogelijk licht te laten opvangen? Nou, in de natuur worden vrouwelijke wietplanten (waar de toppen aan groeien) bestoven door mannelijk stuifmeel via de wind. Bij een succesvolle bestuiving maakt de vrouwelijke plant zaden aan in haar toppen, een ongewenste situatie bij de medicinale gebruiker. Maar de behoefte van de plant om bestoven te worden is er nog wel. De hoogste toppen krijgen vanzelfsprekend het meeste licht en wind, dus daar steekt de wietplant vanzelfsprekend ook het meeste energie in. Dus geldt: hoe hoger de top, des te groter de kans dat ze bestoven wordt. Aangezien die toppen de meeste kans maken op bevruchting, stuurt de plant daar ook de meeste energie naartoe.

Te veel licht

Als hobbykweker is de kans dat je je planten een licht-overdosis geeft erg klein. Wietplanten kunnen namelijk veel licht hebben, ze groeien in de natuur niet voor niets in tropische gebieden rond de evenaar. Waar je op moet letten is dat je lamp niet te dicht bij de planten hangt in verband met de temperatuur. Zolang het niet te heet wordt is het risico dat je planten bezwijken aan een licht-overschot te verwaarlozen. Elke lamp is hierbij wel anders. Wij lichten uit:

Fluorescente lampen zoals TL, T-Neon of spaarlampen veroorzaken niet snel een licht-overschot voor je plant. Dit soort lampen stralen niet erg diep en kunnen zo dicht op de planten als de warmte toelaat. Gemiddeld is dit zo’n tien centimeter. Met je thermometer kun je meten of je fluorescente lamp dichter bij de toppen kan hangen. Je oogst zal er zeker beter door worden. Wietplanten gedijen overigens het beste bij een temperatuur tussen de 21 en 26,5 graden.

Metaal halide kweeklampen en HPS kweeklampen zijn vrij populair onder hobbykwekers. Deze lampen hebben hun zogenaamde sweet spot op 10 procent van het wattage in centimeters. Een makkelijk te meten punt waarop het licht maximaal is en de warmte acceptabel. Een 150 Watt HPS lamp mag dus op 15 centimeter afstand van de plant hangen, een 250 Watt op 25 centimeter, een 400 Watt HPS op 40 centimeter enzovoorts.

LED-kweeklampen zijn hierin wat lastiger omdat ze verschillende soorten diodes en lenzen hebben, waardoor de optimale hoogte per merk en type verschilt. Wanneer je met LED kweekt zul je bij de fabrikant of verkoper moeten nagaan wat de ideale hoogte is ten opzichte van je plant. Omdat LED kweeklampen niet zo heet worden maar wel veel licht produceren hebben je toppen geen last van hitte, maar kunnen wel teveel licht krijgen als de lamp te dicht op het gewas hangt. Gevolg daarvan is dat je wiettoppen kunnen verbleken, light-bleach komt vaker voor bij LED-kwekers. De smaak en sterkte van de wiet zal op het verbleekte punt van de top veel minder zijn als de rest van de plant. Verder kan het gelukkig geen kwaad.

Bij kweken met LED-lampen komen gebleekte toppen vaker voor. Het is het gevolg van een te korte afstand tussen de lamp en de plant waardoor de plant teveel licht krijgt. [Foto: RollingStoned/Dr. Groen]

Bij kweken met LED-lampen komen gebleekte toppen vaker voor. Het is het gevolg van een te korte afstand tussen de lamp en de plant waardoor de plant teveel licht krijgt. [Foto: RollingStoned/Dr. Groen]

In elke kweekruimte, met wat voor lamp dan ook is een ventilator onmisbaar. Die blaast de warmte tussen de lamp en toppen weg om ervoor te zorgen dat je lamp nog dichter op je planten kan hangen. Je verhoogt daarmee de licht-intensiteit en dus ook weer je oogst. Denk er wel aan dat je ook een afzuigsysteem gebruikt om de warme lucht uit de ruimte weg te nemen.

[Openingsfoto: shutterstock/OpenRangeStock]