Binnen met wiet kweken beginnen #3: mannelijke en vrouwelijke wietplanten
Binnen met wiet kweken beginnen deel #3. Wietplanten kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn, en alleen de vrouwelijke exemplaren leveren mediwiet op...
Misschien had ik beter m’n mond kunnen houden in het vorige verslag. Althans, over het al dan niet buigen van mijn wietplanten bedoel ik. Eerder gaf ik aan het niet te zien zitten m’n planten omlaag te buigen en moeilijk te doen, maar gezien de ontwikkelingen in de laatste week blijkt het nu tóch nodig.
Eén van de planten groeide ineens zo hard, dat ze ver boven de anderen uitstak en de lamp erdoor omhoog zou moeten. Nogal oneerlijk voor de andere planten, die dan verder van de lamp afstaan en dus minder kans krijgen om mooie dikke wiettoppen te ontwikkelen. Immers is de bekende leus, licht = gewicht, nog steeds van toepassing.
Met wat geïsoleerde ijzerdraden die ik nog had liggen van de vorige cyclus (wie bewaart die heeft wat, het spul is reteduur) heb ik daarom de hoogste takken omlaag gebonden. Hiermee heb ik het kweekoppervlak herstelt tot een egaal vlak, waardoor het licht beter verspreid wordt en alle planten gelijke kansen krijgen. Uiteindelijk zal dit wel meer opleveren, dus echt rouwig om het ‘extra werk’ ben ik niet.
Het is alweer ruim anderhalve week geleden dat ik de tijdschakelaar van mijn kweeklamp omzette van 18/6 naar 12 uur licht en 12 uur donker. De Kosher Tangies maken nu duidelijk hun bloeihormoon aan en elke dag wordt de hiervoor niet bestaande topvorming groter. Bovendien zie je als je goed naar de foto’s kijkt al een glinstering van trichomen op de bladeren rondom de bloemtop. Mooier kan het niet, als je het mij vraagt. Van een klein spruitje naar licht geurende, glinsterende, bloem-vormende planten in een paar weken!
De witte bloeiharen op de Kosher Kush x Tangie planten verraden hun vrouwelijk geslacht. Gelukkig maar, want ik heb tenslotte ook gefeminiseerde zaden gekregen van de Grasscompany. Met mijn kleinschalige kweek kan ik het niet lijden om er ineens een man tussen te hebben die m’n medicinale kweekje verpest. Voor kwekers zoals ik zijn dit soort zaden (en autoflowers) een ware uitkomst.
Een paar dagen na het buigen van de eerste plant deed er alweer een nieuwe kandidaat aan. De plant áchter de gebogen wietplant strekte zich nu boven de rest uit. Hiermee doe ik daarom hetzelfde trucje als hiervoor, en buig de hoogste takken voorzichtig met ijzerdraad naar beneden.
Heel lang ga ik dit buigen echter niet volhouden. De toppen zullen straks allemaal tegelijk de hoogte ingaan en langzaamaan richting de Magnus ML-150 kruipen. Ik heb echter een vrij lange ophanging, waardoor de lamp nu al op z’n hoogst hangt. Dit betekent dat ik verder moet kijken naar manieren om de ophanging zodanig in te korten dat de lamp omhoog kan – en toch verstelbaar blijft – en de toppen straks niet verbleken van de hitte.
De beste manier om dat te doen – en nu denk ik even hardop dus mochten er betere ideeën zijn deel ze dan a.u.b. hieronder in de reacties – is denk ik kleinere karabijnhaken vinden om de kartollen mee in de kast te bevestigen. Die er nu hangen zijn enorm en daar is in mijn optiek een flink aantal centimeters te behalen. Een andere optie is de karabijnhaken helemaal weg te halen en de katrollen direct aan de kast bevestigen. Food for thought, zullen we maar zeggen. Want ik heb nog wel heel even de tijd, maar niet lang meer.
Een bekende techniek voor veel kwekers is het lollipoppen. En al ken je het niet bij naam, bijna iedereen heeft weleens onbewust ge-lollipopt. Het is namelijk het verwijderen van de onderste bladeren van de plant, zodat bladeren (en vruchten/bloemen) die hoger in de plant meer licht vangen, een beter kans krijgen.
De gele bladeren onderin m’n planten verraden dat het in mijn kast er tijd voor is. Moeilijk ben ik niet en met een schone en lange duimnagel snijd ik de betreffende bladeren bij de stam weg. Zo’n beetje de onderste 25 procent van de plant neem ik op die manier onder handen; en ik houd er een gezond ogend groen woud aan over.
Binnen enkele dagen zal ik de planten weer eens bemesten met de nodige voedingsstoffen en voor de rest is het nu afwachten. Erg makkelijk is dat overigens niet, want elke keer dat ik de Mediwietsite kweekkast open komt een steeds sterker wordende aardse citrusgeur mij tegemoet. Ik heb het idee dat dit één van de smakelijkste soorten is die ik ooit kweekte. Maar voor ik dat met zekerheid kan zeggen zijn we alweer een paar maanden verder. Gelukkig heb ik deze verslagen om m’n passie voor deze meiden van me te schrijven, want anders zou ik niet weten wat ik ermee zou aanmoeten!