(advertenties)
(advertentie)
Het meeste werk van de kweekcyclus doe je pas in de oogstfase. Maar wees gerust, het is ook de leukste fase voor velen omdat het betekent dat je harde werk al binnenkort beloond wordt! In de Grande Finale van de Winterserie kweken #5: Oogsten, drogen en curen. Train je vingers alvast want er zal veel knipwerk aan te pas komen.

Knippen

Raak tijdens het knippen zo weinig mogelijk de toppen aan.

Voorkom bij het knippen zoveel mogelijk dat je met je vingers de toppen aanraakt, daardoor gaat de potentie van je wiet namelijk achteruit. Knip per tak en houd de tak dus bij de stam vast. Begin met het wegknippen van de schutbladeren waar niet of nauwelijks trichomen (harskristallen) op zitten. Een kleine scherpe schaar is daarbij het gemakkelijkst. Deze bladeren kun je goed gebruiken om een gezond wietsapje van te maken.

 

Als de grote schutbladeren van de top afgeknipt zijn, ga je door met de kleinere blaadjes waar wel trichomen op zitten. Gooi deze blaadjes niet weg! Je kunt er nog van alles mee maar de meesten zullen er wietolie van maken. Een groot dienblad is handig om deze blaadjes in op te vangen.

Drogen

Het drogen is ook erg belangrijk en moet niet te snel gebeuren. Ga het proces zeker niet versnellen in de oven of door kachels en ventilators te gebruiken. Het duurt gemiddeld een dag of tien voor je toppen droog genoeg zijn om te curen, maar dikke toppen hebben vaak nog wat meer tijd nodig – een extra dag of vier – om goed droog te worden.

Hang de toppen ondersteboven te drogen.

Hang de geknipte takken ondersteboven te drogen in het donker. Gebruik bij het drogen geen ventilator maar zorg er bij voorkeur wel voor dat de lucht wordt ververst. Een donkere kweekruimte met de afzuiger (op halve kracht) ingeschakeld is ideaal en je koolstoffilter voorkomt dan ook meteen stankoverlast tijdens het drogen.

Om te testen of je wiet droog genoeg is buig je een tak in een hoek van 90 graden. Pas als hij daarbij met een duidelijk hoorbare ‘knak!’ breekt is de wiet droog genoeg om te curen.

Trimmen

Na het drogen ga je de wiet mooi maken en haal je alle blaadjes die je voor het drogen eventueel hebt laten zitten weg, dit noemt men ook wel trimmen. Doe dit voorzichtig met een puntschaartje en nogmaals: probeer de wiet zo min mogelijk aan te raken! Als je klaar bent kun je gaan curen.

Gebruik een scherp schaartje voor het trimmen van de ‘suikerblaadjes’.

Curen

Curen is de allerlaatste stap bij de productie van een goede kwaliteit wiet. Gedurende de kweek neemt je plant meststoffen op en maakt ze chlorofyl aan. Chlorofyl smaakt niet lekker bij het roken en geeft een scherp gevoel in je keel. Door je wiet goed te laten curen wordt dit chlorofyl afgebroken en gaat je wiet beter ruiken. Vergelijk het maar met het laten rijpen van een lekkere wijn, kaas of een heerlijke Parmaham, het komt de smaak en geur van je wiet ten goede.

Boeren

De eerste dagen moet je de wiet even laten boeren. Dit houdt in dat je de weckpot dagelijks een kwartiertje open zet zodat ook het laatste vocht weg kan. De wiet ruikt in het begin niet meer zo sterk maar je zult merken dat de aroma’s na een paar weken curen dubbel en dwars terugkomen. En daar doe je het als kweker vaak voor; topkwaliteit wiet met een overvloed aan smaak en geur.

Laat je pot af en toe even open staan om te ‘boeren’. [Foto: shutterstock/Doug Shutter]

Dat was de winterserie kweken. Voor meer informatie kun je altijd in onze rubriek kweken kijken, of naar onze zustersite RollingStoned. Daar wordt ook dagelijks geschreven over álles wat met wiet kweken te maken heeft.

Veel plezier en succes!

[Openingsfoto: shutterstock/Canna Obscura]