(advertenties)
(advertentie)

Scroggen is een populaire kweektechniek onder hobbykwekers van de lage landen. Belgen ‘mogen’ namelijk één wietplant kweken en in Nederland zijn vijf wietplanten per huishouden gedoogd. Door te scroggen kun je van dit beperkte aantal wietplanten toch zoveel oogsten als je kweekruimte toelaat. 

Scroggen heeft een groot voordeel voor wie niet te veel wietplanten in huis wil hebben; de techniek zorgt ervoor dat je met één tot enkele wietplanten, een hele kweekruimte kunt vullen. De groeifase duurt wel wat langer, want ja; de oogst moet bij scroggen letterlijk uit de breedte komen. Bij de techniek die veel overeenkomsten met bonsai-training heeft, laat je de takken van je wietplant met behulp van een zogenaamd scrogrek in de breedte groeien, in plaats van in de hoogte.

Dit heb je nodig

  • Een gaas met openingen van 4 tot 8 centimeter van de oppervlakte die je wil scroggen.
  • Tie-wraps om de takken mee te binden. Touw of binddraad uit het tuincentrum werkt ook.
  • Een (of meer) grote plantenpotten + wietplanten

scrog rek

Scroggen

Stap 1: Het scroggen zelf begint net als het kweken van iedere andere plant. Dus ontkiem je zaad, laat je zaailing wat groeien en verpot hem in een lekkere grote pot. Vooral wanneer je maar één plant kweekt en die toch lekker groot wil laten worden, is het belangrijk dat die plant daar onder de grond ook de ruimte voor heeft. Een 30-literpot is een goede maat voor één plant op een vierkante meter. Je kunt bijvoorbeeld ook vier planten op dezelfde vierkante meter scroggen, kies dan potten van een liter of 15.

Stap 2: Top of fim je planten wanneer ze de eerste 7-vingerige bladeren hebben (ongeveer na de vijfde node). Wanneer ze een centimeter of 20 hoog zijn kun je het scrogrek plaatsen, je kunt het bijvoorbeeld vastmaken aan de hoekprofielen van een kweektent, of aan vier bamboestokken die je in de grond prikt. Plaats het scrogrek ongeveer 20 centimeter boven de grond, zodat je planten het nu precies aanraken of er net doorheen steken.

Stap 3: Geef iedere tak een eigen plakje in het rek en laat de takken een centimeter of 10 door het scrogrek groeien. Nu buig je ze één voor één terug naar het rek en bind je ze losjes vast. Buig iedere tak in een aparte richting om het rek zo gelijkmatig mogelijk te vullen. Steeds als een tak een centimeter of tien omhoog gegroeid is kun je hem weer opnieuw naar het rek buigen en vastbinden. Let op dat je de takken niet te strak vastbind; het is natuurlijk niet de bedoeling dat de sapstroom in de takken wordt afgekneld.

Stap 4: Dief je planten. Omdat er onder het scrogrek bijna geen licht meer schijnt, kun je de zijtakjes onder het rek het beste helemaal weghalen. Snoei alle secundaire takjes en topjes tot een centimeter of 5 tot 8 onder het rek weg. Onder het rek hou je dus een paar kale stelten over zonder toppen, boven het rek des te méér!

Stap 5: Wanneer het rek grotendeels gevuld is, wordt het tijd om over te schakelen naar de bloeifase (uiteraard door het licht in te stellen op 12 uur licht en 12 uur donker in plaats van 18 uur licht en 6 uur donker voor de groeifase). Wanneer je een hybride of indica wietsoort kweekt kun je het beste naar de bloeifase overgaan wanneer het rek voor ongeveer 70% gevuld is. Kweek je een strekkende sativa, schakel dan liever wat eerder over naar de bloeifase, sativa’s groeien namelijk nog erg lang door na de omschakeling.