10 dingen om WEL én NIET te doen als je wiet gaat kweken
Zelf medicinale wiet kweken is niet moeilijk, maar er zijn wel do's en don'ts. Daarom 10 zaken die je vooral WEL en NIET met wietplanten moet doen.
Vrijwel direct na het ontkiemen van wietzaden, begint de uitdaging om het zaailingstadium zo snel mogelijk te ontgroeien. Een zaailing is namelijk nog erg teer en heeft in het begin slechts twee lobblaadjes tot haar beschikking. Zo komt je wietplant deze kritieke eerste fase snel en goed door.
Medicinale kweekplannen stranden soms al in de eerste week na het ontkiemen van de zaden. Soms krijgen ze te weinig licht, of te veel water. Wat ook vaak gebeurt, is dat zaailingen te lang tussen nat keukenpapier of in kleine stekpluggen gehouden worden. Kwekers stoppen hun zaailingen ook vaak in kleine minikasjes (propagators) waar de luchtvochtigheid te hoog kan oplopen. Kortom, er kan nogal wat mis gaan in die eerste weken. Dus hoe eerder je zaailing een gezonde wietplant is, hoe beter.
In het voorjaar laten vele mensen zoals ieder jaar weer wietzaden ontkiemen voor een leven in de buitenlucht. Helaas gaat het soms al meteen mis, omdat zaailingen nu eenmaal erg tere kleine plantjes zijn. Het is dus zorg om die eerste periode zo snel mogelijk en goed door te komen. Want het zaailingstadium eenmaal ontgroeit, kan een wietplant al veel meer hebben. Dit zijn de meest bekende oorzaken van een wiegendood bij wietplanten.
Licht is erg belangrijk voor zaailingen. Ze hebben nog maar twee piepkleine blaadjes om licht mee om te zetten in energie voor de aanmaak van meer bladeren, dus geef die twee blaadjes wat ze willen. Een HPS kweeklamp is vaak wat te veel van het goede maar een LED-kweeklamp op de groeistand of wat spaarlampen/TL-lampen/T5-lampen in de koele blauwe kleurtemperatuur zijn perfect.
Start met belichten zodra je zaadje boven de grond is! Spaarlampen of TL balken hang je een centimeter of acht tot vijftien boven je zaailingen. De fabrikant van je LED kweeklamp kan je vertellen wat de ideale hoogte voor zaailingen is.
Merk je dat je zaailing strekt, hang je lamp dan nog wat lager. Als bladeren verbranden of opkrullen dan mag de lichtbron wellicht wat hoger. Als je zaailing erg lang is, maar nog wel gezond, graaf haar bij het verpotten dan wat dieper in. Het deel van het steeltje dat nu onder de grond groeit zal snel in een wortel veranderen.
Water geven blijkt ook vaak nog lastig in het zaailingstadium. In het begin heeft de zaailing zelf nog maar een volume van een paar milliliters. Ze groeit maar een klein stukje per dag, dus zal ook amper water opnemen. Eigenlijk is het vochtgehalte van aarde zoals je die in een zak bij de winkel koopt al genoeg voor je zaailing. Laat haar zelf maar op zoek gaan naar water, dan krijg je snel een mooi wortelstelsel. Als de groei stagneert, de blaadjes vergelen en naar beneden hangen, geef je negen van de tien keer te veel water.
Waar het dikwijls mis gaat is bij kwekers die hun zaailingen direct na het ontkiemen in een grote pot zetten. Hierin is het moeilijk water managen omdat de pot met aarde veel te veel water opneemt voor de zaailing. Gebruik daarom liever een klein potje (ongeveer 250 cc/milliliter) voor de eerste twee weken. Verpot je zaailing pas als die een gezond wortelstelsel heeft, ook als je autoflowers kweekt!
Kamertemperatuur is prima voor zaailingen en wietplanten. Als het kwik onder de 15 graden Celsius daalt, stopt de groei en als het tot boven de 29 graden stijgt kan je zaailing verbranden. Het kleine worteltje kan het vocht dat via de bladeren verdampt dan niet snel genoeg aanvullen waardoor je zaailing kan verdorren. Probeer de temperatuur tussen de 20 en 27 graden te houden en laat het ’s nachts niet kouder worden dan 15 graden.
Zoals gezegd hebben zaailingen geen overdreven hoge luchtvochtigheid nodig. In het groeistadium van een wietplant mag de luchtvochtigheid wel wat hoger zijn dan in de bloeifase, maar er is niets mis met een beetje verdamping via de bladeren. Dit zorgt namelijk voor voldoende aanzuiging van water en voeding van onderaf. Als je een hygrometer hebt kun je de luchtvochtigheid controleren. Voor zaailingen en groeiende wietplanten ligt de ideale luchtvochtigheid tussen de 40 en 70%. Stekken hebben in het begin zogezegd wél een hoge luchtvochtigheid nodig omdat zij nog geen wortels hebben, die hebben het graag tussen de 70 en 80%. Bloeiende wietplanten doen het juist beter bij een lage luchtvochtigheid, als het even kan onder de 40%.
Tot slot tonen we je de ontwikkeling van de eerste vier weken van een gezonde zaailing om je eigen kiemplantje mee te vergelijken. Het kan zijn dat jouw zaailing iets langzamer ontwikkelt door andere omstandigheden. Het belangrijkste is dat je geen hangende, gele of zelfs verbrande blaadjes ziet en dat je zaailing mooi stevig is en liefst een beetje kort blijft. Dan ben je lekker bezig!
Succes met je zaailingen!