10 dingen om WEL én NIET te doen als je wiet gaat kweken
Zelf medicinale wiet kweken is niet moeilijk, maar er zijn wel do's en don'ts. Daarom 10 zaken die je vooral WEL en NIET met wietplanten moet doen.
De zomer komt er weer aan, en dat is een mooie kans voor mediwiet-patiënten om hun eigen medicijn te kweken, ook als je veel medicinale wiet nodig hebt. Vijf grote buitenplanten kunnen namelijk een flinke jaarvoorraad opleveren, zonder de gedoogregels te overtreden. Zo kweek je ze.
Met de tips uit dit artikel moet het lukken om deze zomer een paar grote wietplanten te kweken die ieder tot een kilo wiet kunnen opleveren. Natuurlijk moet het weer ook een beetje meewerken. Maar als de nazomer lekker zonnig en droog is, ligt een medicinale jaarvoorrraad zeker binnen handbereik. En aangezien het om buitenplanten gaat en je er niet meer dan 5 kweekt, vallen ze gewoon binnen de Nederlandse gedoogregels. Vijf grote wietplanten kweken mag namelijk gewoon van de rechter.
Goed, vijf grote buitenplanten is dus oké volgens de gedoogregels, maar hoe kweek je ze? Om te beginnen is het belangrijk om te kiezen voor de juiste wietzaden. Om ons doel te bereiken moeten de planten lang groeien zodat ze lekker groot kunnen worden, voordat ze tot de bloei overgaan. Dit kan alleen met fotoperiode-gevoelige wietsoorten. Dus kies voor grote planten geen autoflowers maar een wietsoort die op basis van de lengte van de dag in bloei gaat.
Omdat je binnen het gedoogde aantal van vijf planten wil blijven, is er voor mannelijke wietplanten geen ruimte in de tuin. Om vijf vrouwelijke wietplanten over te houden zou je met niet gefeminiseerde wietzaden, minstens een stuk of tien planten moeten kweken, en dat mag dan weer niet van de rechter. Je hebt dus ofwel gefeminiseerde fotoperiode wietzaden nodig, of vijf stekken waarvan je weet dat ze vrouwelijk zijn.
Verder is het nagenoeg onmogelijk om een monsterlijk grote wietplant van twee bij twee bij twee meter te verduisteren. En aangezien je grote wietplant natuurlijk ook niet aan toprot moet bezwijken, is het belangrijk om een soort te kiezen die klaar is voordat de natte herfst zijn intrede doet. Om in Nederland of België een monsterplant te kweken heb je verder een sterke soort nodig die goed tegen schimmels bestand is en niet na de eerste de beste regenbui vol met rotte toppen zit.
Om je wietplanten zo groot mogelijk te laten worden, geef je ze een valse start. Door je wietzaden alvast in februari, maart te laten ontkiemen, en binnen onder een paar spaarlampen, T-Neon of TL balken op te kweken, geef je ze een mooie voorsprong. Wanneer het buiten rond de 15-de van mei eindelijk warm genoeg is voor je wietplanten, hebben je planten er dan al twee maanden opzitten, en al een aardig formaat bereikt.
Probeer je planten binnen van genoeg licht te voorzien en verpot ze steeds wanneer dit nodig is. Op die mannier kunnen ze rond IJsheiligen al een volwassen plant van een meter hoog zijn, en start je de zomer met een flinke voorsprong. Onthoud; hoe groter de pot, hoe groter de plant – mits er ook genoeg licht is.
Sluit een schakelklok aan op de lampen die je binnen gebruikt om je wietplanten op te kweken, en stel die zo in dat het licht 18 uur aan staat en 6 uur per etmaal uit staat. Op deze manier voorkom je te korte dagen en hou je de planten in de groeifase.
Na IJsheiligen is er geen kans meer op nachtvorst aan de grond, en kunnen je wietplanten naar buiten. Ze hebben dan nog tot halverwege augustus de tijd om tot hun monsterformaat uit te groeien. Om ervoor te zorgen dat ze dat ook doen, is het belangrijk dat ze onder de grond niet gelimiteerd worden in hun ruimte. Wil je een enorm grote wietplant, dan zul je die dus niet in een pot moeten zetten, maar rechtstreeks in de grond moeten plaatsen.
Maar gewoon een gat graven en daar je wietplant in verpotten is niet genoeg. Wil je echt grote planten kweken, dan moet je de grond voorbewerken. Graaf daarvoor een groot gat voor je wietplant, en schep de aarde goed om. Het is een goed idee om de aarde met potgrond of compost te vermengen en het zo wat vruchtbaarder te maken. Hoe groter het gat met omgeschepte aarde, hoe groter je plant kan worden.
Meng eventueel wat organische meststoffen door de aarde in het gat zoals bloed en beendermeel, of gebruik vaste mestkorrels die geleidelijk hun voeding afgeven. Vertafort mestkorrels of Bio korrels van BAC zijn hier heel geschikt voor. Nuttige schimmels zijn ook een bewezen toevoeging. Deze schimmels helpen de wortels met de opname van water en voeding en beschermen ze tegen andere kwaadaardige schimmels.
Om de wortels gemakkelijk door de aarde heen te laten groeien, kun je het aardemengsel verder luchtiger maken door er kokosvezels doorheen te mengen. Je hebt veel nodig voor vijf monsterplanten, dus wellicht is het een goed idee om die als geperste blokken te kopen. Laat deze blokken voor gebruik goed weken in water met een pH-waarde van rond de 6.
Wanneer je een wietplant op de boven beschreven manier voorgroeit en rond mei in de volle grond plaatst, zal ze enorm groot worden. Ze groeit wel vijf maanden en heeft de ruimte onder de grond. Hierdoor zal ze enorm hoog worden als je niet eerst een paar keer topt. Hierdoor zal de plant zich meer in de breedte ontwikkelen, maar wees niet bang, ze zal meer dan hoog genoeg worden om voor monsterplant door te gaan.
Het meeste topwerk zal je moeten doen wanneer je planten nog binnen staan. Begin wanneer ze ongeveer vier tot vijf nodes hebben (vier setjes zijscheuten) en snoei haar terug tot de derde node. Vervolgens top je ze nog eens wanneer de uitlopers op hun beurt vier nieuwe zijscheuten hebben. Als die uitgelopen zijn heb je een plant met 16 uitlopers en een goede basis voor een mooie bossige monsterplant.
Natuurlijk zet je de plant niet op 12/12 zoals in het plaatje van Monty hierboven, maar laat je haar rustig verder groeien onder 18 uur licht en 6 uur donker. Wanneer ze buiten verder groeit zul je haar af en toe opnieuw moeten terugsnoeien om een mooie ronde vorm te geven. Het doel is een plant van twee meter breed en twee meter hoog.
Omdat je de aarde goed hebt verrijkt en de wortels ongelimiteerd kunnen groeien, hoef je je niet heel veel zorgen te maken over de bemesting. Wanneer de grond in je tuin voldoende organisch materiaal bevat, zullen je wietplanten altijd genoeg voeding tot hun beschikking hebben. Zolang de bladeren mooi groen blijven is er geen reden om bij te voeden. Mochten de bladeren echter lichter van kleur worden, dan kun je bijvoeden. Doe dit bij voorkeur met vaste organische (biologische) meststoffen en gebruik flesvoeding alleen indien je snel een tekort moet aanvullen.
Naarmate de zomer vordert zul je zien dat je planten op deze manier enorm groot worden. Zeker wanneer ze op een goede zonnige plaats staan. Het zal vroeg of laat ongetwijfeld een paar keer hard gaan waaien, en hoge wietbomen vangen veel wind. Takken kunnen gemakkelijk afbreken tijdens een storm, dus is het belangrijk om je planten goed te ondersteunen.
Een gewone wietplant kun je ondersteunen met wat bamboestokken, maar een enorme plant is daarvoor gewoon veel te groot. Klimnet is een betere manier om je monsterplanten tegen de wind mee te beschermen. Span het horizontaal boven je planten wanneer ze nog geen monsterformaat hebben en laat ze er doorheen groeien. Het klimnet kun je in tuincentrums kopen en heeft als bijkomend voordeel dat je de takken er mooi mee open kunt spreiden.
Wanneer de planten zo groot geworden zijn dat het eerste klimnet niet meer te zien is, pak je ze rondom in met nog meer klimnet. Maak het klimnet vast aan een paar stevige palen in de grond zodat je monsterlijk grote planten goed beschermd worden tegen een storm.