10 dingen om WEL én NIET te doen als je wiet gaat kweken
Zelf medicinale wiet kweken is niet moeilijk, maar er zijn wel do's en don'ts. Daarom 10 zaken die je vooral WEL en NIET met wietplanten moet doen.
Welkom bij het derde deel van deze serie, die gaat over het opstarten van een kleine kweek binnenshuis voor eigen gebruik. Deze aflevering gaat over het geslacht van wietplanten. Alleen vrouwelijke wietplanten produceren namelijk medicinale wiet, en mannelijke wietplanten niet.
Vorige week schreven we in deel #2 van deze serie over wietzaadjes, en de verschillen tussen indica, sativa en ruderalis wietsoorten. En hoewel het gros van de commercieel verkrijgbare wietsoorten tegenwoordig gefeminiseerd is (hier komen we later op terug), is het toch belangrijk om het over mannelijke, vrouwelijke, en de voortplanting van wietplanten te hebben.
Welkom bij het derde deel van deze basiscursus over het kweken van je eigen medicinale cannabis. We gaan je deze keer alles over het geslacht van wietplanten vertellen. Want ook al zijn de meeste wietzaadjes tegenwoordig gefeminiseerd, kunnen er nog steeds mannen of hermafrodieten in je kweekkast opduiken.
Maak je geen zorgen als je nu, “gefeminiseerd? hermafrodieten?” denkt, want dat wordt weldra duidelijk. Eerst gaan we het hebben over mannelijke en vrouwelijke wietplanten, want daar zit bij cannabisplanten nogal wat verschil tussen. Wietplanten zijn namelijk éénslachtig (ook wel tweehuizig genoemd). Dat betekent dat er mannelijke en vrouwelijke wietplanten zijn, en er voor de voortplanting bestuiving moet plaatsvinden.
Het is zo dat alleen vrouwelijke wietplanten wiettoppen opleveren die je kunt roken of verdampen, of waarvan je wietolie kunt maken. De mannelijke exemplaren zijn eigenlijk nutteloos voor de meeste mediwiet gebruikers. Ze produceren geen wiet maar stuifmeel.
Zoals we aan het begin van dit stuk al schreven, zijn de meeste wietzaden tegenwoordig gefeminiseerd. Deze wietzaadjes zijn op een speciale manier gemaakt, waardoor er alleen vrouwelijke wietplanten uit voortkomen. Dit is makkelijk, want daardoor ben je verzekerd van alleen vrouwelijke planten. De meeste mensen die voor eigen gebruik wiet kweken zweren er bij.
Een enkele keer kan het echter gebeuren, dat uit een gefeminiseerd wietzaadje een hermafrodiete wietplant groeit. De plant ontwikkelt dan vrouwelijke toppen, maar heeft tegelijkertijd ook mannelijke bloemen die je wiet kunnen bevruchten.
Een hermafrodiete wietplant heeft dus zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen. De mannelijke bloemen zijn een soort knopjes of ballen waaruit een bloem komt als die zich opent. Er komt dan ook stuifmeel vrij, en dat is een probleem voor de thuiskweker.
Het stuifmeel verspreid zich namelijk razendsnel door je hele kweekruimte (zie deel #1) en bevrucht alle vrouwelijke wiettoppen. In de toppen ontwikkelen zich nu zaden. Dit zorgt ervoor dat de ontwikkeling van de toppen (de cannabis dus) zelf stopt, en dat er minder cannabinoïden (werkzame stoffen) worden geproduceerd.
Je begrijpt dus waarom het belangrijk is om mannelijke bloemen te herkennen, vóórdat ze hun stuifmeel loslaten. Kijk hiervoor aan het begin van de bloeifase goed naar in de oksels van de zijtakken, want daar laat een wietplant voor het eerst het geslacht zien.
Mannelijke voorbloei zie je hierboven, op de linkerfoto. De mannelijke knoppen zien eruit als balletjes op een steeltje. Als de mannelijke bloemen openen, verschijnen een soort mini banaantjes (de stampers). Als je de mannelijke plant laat doorbloeien zullen deze stampers zich openen en stuifmeel loslaten. De wind neemt het stuifmeel mee zodat het de vrouwelijke planten bevrucht.
Blijf tijdens de bloeifase daarom goed naar je planten kijken. Als je mannelijke bloemen ziet, haal die dan meteen weg! Of beter nog: haal de hermafrodiete plant helemáál weg.
Tot volgende week!