Binnen met wiet kweken beginnen #4: de cyclus
Dit vierde deel van deze serie over binnen wiet kweken gaat over de levenscyclus. Ook binnen gaat een wietplant immers van zaailing naar groei tot bloei en uiteindelijk de oogst.
Wanneer je van de groei overgaat naar de bloeifase, dien je ook de voeding daarop af te stemmen. Maar let op: wietplanten hebben pas bloeivoeding nodig wanneer ze ook daadwerkelijk bloemen beginnen te vormen. Geef ze tot dat het geval is, dus gewoon groeivoeding en las een overgangsweek in waarin je een mix maakt van zowel groei- als bloeivoeding. Voor groei- en bloeilicht geldt hetzelfde, dus laat wietplanten onder groeilampen zolang ze nog groeien, en schakel pas over op bloeilampen wanneer je de eerste bloeiverschijnselen ziet.
Goed zaad is van ongelooflijk groot belang voor een geslaagde hobbykweek. Alle eigenschappen zoals de geur, de smaak, de opbrengst en ga zo maar door, liggen al vast in de genetica. Van een slecht zaadje of een belabberde kloon kun je nooit topoogsten halen. Investeer dus in goede genetica, of dat nu zaadjes zijn of stekken. Nu hoef je alleen maar te zorgen dat je plant gezond en wel haar leven doorkomt.
Hoe groot je cannabis-expertise ook is; je kunt nooit alle wietplanten uit elkaar houden. Daarbij komt dat de meeste wietsoorten tegenwoordig hybrides zijn die erg op elkaar lijken. De oplossing is dus om iedere plant afzonderlijk te labelen. Gebruik watervaste stiften en breng bij voorkeur twee labels per plant aan zodat je ze later niet door elkaar haalt. Een label om de stam van je plant zorgt ervoor dat je ze ook na het drogen nog van de andere wietplanten kunt onderscheiden. Wanneer je alles netjes labelt, werk je vaak ook automatisch een stuk georganiseerder.
Wanneer je optimaal gebruik wilt maken van de beperkte hoeveelheid licht van je binnenkweekruimte – en dat wil je want energie is niet goedkoop – zorg dan voor een egaal bladerdek. Wanneer een wietplant er bovenuit steekt, zorgt die ervoor dat de lamp omhoog moet, en krijgen de overige toppen te weinig licht. Om met weinig planten een egaal bladerdek te kweken kun je scroggen of supercroppen. Wanneer je veel kleine planten naast elkaar kweekt in een sea of green opstelling, krijg je vaak vanzelf al een egaal bladerdek, zet een eventuele uitschieter recht onder de lamp zodat de andere planten bij kunnen groeien. Wanneer de groei eruit is kun je de grote planten juist naar de buitenkant verplaatsen zodat alle planten ongeveer evenveel licht opvangen.
Wanneer je iemand hoort klagen over het kleine formaat van zijn of haar wiettoppen, ga er dan maar vanuit dat de betreffende kweker minder licht heeft hangen dan hij of zij zou kunnen. Per vierkante meter heb je ongeveer 300 Watt aan licht nodig voor een beetje goede oogst, en 600 Watt voor een topoogst. Het is ook extreem belangrijk dat de wanden van je kweekruimte het licht goed reflecteren. Hiervoor kun je speciaal reflecterend materiaal kopen of de wanden mat wit schilderen.
Wanneer je energiebewust met energie wil omgaan en tegelijkertijd je opbrengst wil maximaliseren, combineer verschillende soorten kweeklampen dan eens. Fluoriserende lampen zoals spaarlampen, TL-balken en T-neon lampen geven een geweldig goed lichtspectrum af alleen stralen ze niet zo diep. Ze zijn daarom goed te combineren met HPS lampen. Je hangt ze dicht op je planten of tussen de planten in om ook tussen de takken licht te laten komen. LED kweeklampen zijn ook geweldig om met HPS te combineren. De HPS zorgt voor de stralingswarmte en de LED zorgt voor een geweldige trichoomproductie (o.a. meer THC dus!).
Als wietkweker ga je natuurlijk voor kwaliteit, en dus wil je een zo lekker mogelijk eindproduct. Daarom is het superbelangrijk dat je wietplanten de laatste twee weken van hun leven alleen maar water te drinken krijgen. Alleen op deze manier kunnen ze alle voedingsstoffen die ze nog in zich hebben opgebruiken. Wanneer je op aarde gaat spoelen, kijk dan wel uit dat je je wietplanten niet verstikt of schimmelproblemen in de hand werkt. Spoel daarom liever aan het begin van een dag zodat al dat overtollige water de kans krijgt om te verdampen.
Een van de meest gehoorde vooroordelen over cannabisliefhebbers is dat ze lui zijn. Niet waar natuurlijk, althans, als kweker kun je maar beter niet lui zijn. Er zijn allerlei zaken die gedaan moeten worden zoals verpotten, water geven, voedingswater aanmaken, snoeien et cetera. Stel deze taken niet uit maar doe ze wanneer het nodig is. Met één overgeslagen waterbeurt kom je waarschijnlijk nog wel weg, maar als je meer zaken voor je uit schuift is de kans groot dat je op een dag een veld verwelkte wietplantjes aantreft. Wiet kweken is leuk, maar vraagt ook dagelijks een beetje van je tijd.
Wanneer je wietplanten kweekt, loop je altijd kans op ongedierte en schimmels. Natuurlijk bestrijd je die biologisch, maar om de schade zoveel mogelijk te beperken moet je het dan wel zo snel mogelijk doorhebben. Denk daarom ook eens aan een UVB-controle. Met een groene lamp of een UVB licht in het donker kun je schimmels zoals meeldauw opmerken. Uitwerpselen van insecten lichten ook op onder een UVB licht.
Met een of twee moederplanten kun je de beste oogsten draaien, niet in de laatste plaats omdat je de soort dan heel goed leert kennen. Moederplanten laat je nooit in bloei gaan, maar kun je gemakkelijk in de groei houden onder fluorescente kweeklampen. Geef ze een dieet van een lichte voedingsoplossing en je hebt altijd een bron van gezonde stekken om af te bloeien.
Biologische teelt is niet alleen beter voor het milieu, het is ook geweldig voor je portemonnee. Er zijn geweldige biologische voedingsoplossingen te maken van organische afvalproducten zoals wormenmest, brandnetels of bloed- of beendermeel. Sommige kwekers en wietrokers zweren bovendien dat biologisch gekweekte wiet beter smaakt.
Een van de meest simpele maar ontzettend handige tip is om je water te wegen. Door de planten dagelijks even op te tillen krijg je een supergoed gevoel voor het gewicht van een plant die genoeg water heeft en wanneer je water zou moeten geven. Je kunt een plant helemaal bewateren en het gewicht voelen. Dan laat je de plant het water opdrinken en voel je nog eens. Merk ook op hoelang het duurt en geef vervolgens steeds water voor maximaal twee dagen.