10 dingen om WEL én NIET te doen als je wiet gaat kweken
Zelf medicinale wiet kweken is niet moeilijk, maar er zijn wel do's en don'ts. Daarom 10 zaken die je vooral WEL en NIET met wietplanten moet doen.
Het kan nog best een uitdaging zijn om te bepalen wanneer je een wietplant buiten moet oogsten. En toegegeven, dat is ook een lastig moment om te bepalen – vooral omdat je ook met het altijd onvoorspelbare weer te maken hebt. In dit artikel legt cannabisdeskundige Lieve Muna van onze zustersite CNNBS je met liefde uit wat het ideale oogstmoment voor buitenwiet is.
Ik kan het beamen wat hierboven staat, want ook mijn mailbox stroomt jaarlijks over van de oogstvragen. Het begint ongeveer in juli, en de vragen blijven komen tot eind september. Ik kan aan het aantal vragen over oogsten zelfs bijna raden of er slecht weer op komst is, want dan komen er vaak meerdere vragen tegelijk binnen.
Ik snap ook heel goed waarom zoveel lezers twijfelen of hun autoflowers (en later in het jaar hun fotoperiode-gevoelige wietplanten) wel of niet geoogst moeten worden. Aan de ene kant is het zonde om te vroeg te oogsten, want dan loop je als thuiskweker wellicht wiet mis.
Tegelijkertijd zijn dikke wiettoppen een gewilde prooi voor schimmels zoals meeldauw en botrytis (grijze schimmel, toprot). Plantenziektes die na een paar flinke regenbuien zeer snel de kop op kunnen steken. Dit zorgt ervoor dat je voor het oogstmoment buiten, geen ‘formule’ of regel kunt bedenken zoals voor het oogstmoment van wietplanten binnen.
Wie binnen wiet kweekt heeft de omstandigheden (als het goed is) onder controle, en kan gewoon rustig afwachten tot zijn of haar wiet optimaal afgebloeid is.
Als er geen regels voor zijn, hoe bepaal je dan wel wanneer je die mooie (autoflower) toppen afknipt en te drogen hangt? Nou, dat zul je dus enigszins zelf moeten inschatten. Enige kweekervaring is hierbij dan ook gewenst, maar om je te helpen heb ik er wat foto’s van oogstbare wiettoppen bij gezocht.
Ook zal ik je laten zien hoe toprot en meeldauw eruitziet, maar daarmee ben je er nog niet. Je moet ook het weer goed in de gaten houden, en klaar staan om meteen te oogsten als dat nodig is.
Op zich heb je mazzel want er is niet één moment waarop je een wietplant, of dat nu een autoflower of een fotoperiode-gevoelige wietplant is, kunt of moét oogsten. In plaats daarvan is er een periode van een week of vier waarin wietplanten te oogsten zijn. Deze periode wordt het oogstvenster genoemd.
Hij begint wanneer er geen nieuwe witte bloeiharen meer bijkomen, en zo’n 40 procent van de bloeihaartjes bruin en verschrompeld zijn. De toppen zitten vol met plakkerige kristallen (trichomen).
Aan het absolute einde van het oogstvenster zijn alle bloeiharen bruin en ingedroogd en zien je toppen er verwelkt uit. Als je met een microscoop naar de trichomen zou kijken, dan zie je dat dezen bijna allemaal bruin zijn geworden, en sommigen zelfs grijs en verwelkt zijn. Op dit moment breken de werkzame stoffen in je wiet af, en hoe langer je wacht met oogsten, hoe minder je van je wiet zult merken.
Hieronder zie je 8 foto’s van toppen binnen het oogstvenster. Ze zijn gesorteerd van jong naar oud, en alle foto’s zijn gemaakt door Roxana Gonzalez / Shutterstock.
Over het effect gesproken; wannéér je binnen het oogstvenster oogst heeft ook zijn invloed op het effect. Hoe vroeger je binnen het oogstvenster oogst, hoe actiever en higher het effect. Hoe later je oogst, hoe lomer en stoneder het effect van je wiet.
Idealiter oogst je in het midden van het oogstvenster, wanneer de meeste trichomen wit van kleur zijn. Maar zoals lukt dat buiten meestal niet, omdat het weer roet in het eten gooit. Soms moet je door omstandigheden zelfs al vóór het oogstvenster oogsten – beter iets dan niets.
Bijvoorbeeld wanneer je ziet dat je autoflower last van meeldauw begint te krijgen. Herken je deze witte poederachtige schimmel op de bladeren van je wietplant, dan kun je maar beter spreekwoordelijke eieren voor je geld kiezen en meteen oogsten. Als je wacht, dan trekt de schimmel ook in je toppen en kun je ze weggooien.
Later in het jaar, rond september wanneer niet-autoflowers in bloei staan, heb je ook nog te vrezen van toprot. Het verraderlijke van toprot is dat je het soms helemaal niet kunt zien. Toprot ontstaat namelijk midden in je toppen omdat het daar door regen of luchtvochtigheid te nat is.
Aan de buitenkant van de top zie je vaak niets. Toch kun je wel op toprot controleren, doe dit dagelijks als je toppen volgroeid zijn en het vochtig of regenachtig is. Trek hiervoor zachtjes aan de blaadjes die uit de toppen steken; een blad dat op een rotte plek groeit laat dan heel gemakkelijk los omdat die aan de basis verrot is. Is dit het geval, buig de top dan open om te kijken of je de grijze schimmel toprot ziet.
In dat geval kun je de rotte toppen weggooien, en de rest voor de zekerheid maar beter meteen oogsten.
Zó. Nu je weet hoe een oogstbare wiettop, meeldauw en toprot eruitziet, kun je hopelijk een betere inschatting maken over het beste oogstmoment voor jouw eigen fotoperiode gevoelige wietplanten of autoflowers. Om je nog wat beter te helpen bij de besluitvorming heb ik denk ik nog wat nuttige oogsttips voor je.
Hou om te beginnen het weerbericht goed in de gaten. Als er veel regen voorspeld en je wiettoppen in het oogstvenster zitten, dan weet je dat het risico op schimmels groot is, en je misschien beter vast kunt oogsten.
Je kunt je toppen wel met een afdak of door je planten binnen te zetten, tegen de regen beschermen, maar een hoge luchtvochtigheid hou je hiermee niet tegen. Het loont daarom ook om in een hygrometer te investeren. Let extra op bij een luchtvochtigheid boven de 60%.
Zorg dat je droogruimte alvast klaargemaakt is, zodat je meteen kunt oogsten als dat onverhoopt nodig mocht zijn. Hang dus vast wat lijntjes op om je wiet aan te laten drogen, en slijp alvast de scharen.
Soms is het erg moeilijk om een keuze te maken; misschien komt er regen maar misschien ook niet. Wellicht moet je ook een paar dagen weg, zodat je je wiet niet in de gaten kunt houden. In zo’n geval kun je proberen om je wiet in delen te oogsten.
Doorgaans zijn de bovenste toppen toch wat rijper/verder ontwikkeld, dus oogst die alvast terwijl de rest nog wat verder kan bloeien. Wat je geoogst hebt, nemen ze je niet meer af!
Mocht je oogst tot slot helemáál aan rotte toppen of meeldauw ten onder gegaan zijn, dan kun je het altijd nog binnen proberen. De bescheiden CNNBS kweekkast past in ieder interieur, staat nooit in de weg en is helemaal klaar voor je eerste binnenkweek.
Muna