(advertenties)
(advertentie)
De kweekverslagen van medicinaal thuiskweker Mitsz zijn altijd iets om naar uit te kijken. Een tijdje terug hebben we kunnen lezen hoe hij zijn Hindu Kush planten zaaide voor selectie. Inmiddels is hij zo ver dat de planten geselecteerd kunnen worden. Welke blijven en wat gaat er zonder pardon de kliko in? We gaan met Mitsz mee z’n hok in en leren hoe hij selecteert en stekken maakt.

Doping?

Ik hoop dat ik niet de laan uit wordt gestuurd na deze week, Mitsz zit namelijk aan de doping [nee hoor Mitsz, van ons mag je! red.]. We testen wat onlangs geoogste Sour Tangie en het lijkt wederom geen slechte keuze geweest. Vandaag echter, halen we onze Hindu Kush weer eens uit de kast. Zestien oktober heb ik tien zaden van Sensi Seeds Hindu Kush gezaaid. Het doel is om er een mooi kort fenotype uit te vissen, zodat ik er zaden mee kan maken. Dit lijkt vooralsnog te lukken.

Eigen zaad

Het maken van eigen zaden is voor mij een fascinatie geworden, die ik niet graag meer opgeef. Ten eerste kan ik zelf bepalen met welk fenotype ik in de weer ga. Ik heb de korte gekozen, omdat ik heb ervaren het medicinale karakter van dit type aangenamer te vinden. In ons hyperactieve huishouden is HK een aangename bijdrage. Ze geeft rust en overzicht en dat alleen al is hier beslist geen luxe.

Als mini-medi-wietboer kan ik natuurlijk geen honderden zaden gebruiken om de beste er uit te selecteren. Gelukkig hoeft dat ook niet, dat heeft een ander al voor me gedaan. Dit klinkt een beetje wrang maar het is wel zo. Deze soort is decennia geleden veredeld en door Sensi Seeds al die tijd netjes in vorm gehouden. Hiervoor bij deze mijn dank. Denk daar ook alsjeblieft aan als je vind dat je weer eens teveel uitgeeft aan zaden. Die mensen staan wereldwijd wél met gevaar voor lijf en leden een gevangenisstraf te riskeren, om voor ons zaden te maken. Respect…

Stekken voorbereiden

Goed, de laatste keer dat jullie ze zagen waren het er nog maar zes. Uiteraard heb ik ze eerst een tijdje aan laten sterken en laten groeien, alvorens het geslacht te gaan bepalen. Je kunt hiervoor letten op de voorbloei. Na een week of vier laat je plantje dan zien van welk geslacht hij of zij is. Gezien ik er wat mee wil gaan doen, gaan we deze keer wat grondiger te werk.

De zes Hindu Kush planten, één week nadat we ze voor het laatst zagen.

 

Hiervoor zet ik alles altijd netjes klaar. Zorg dat al je ouderplantjes een nummer hebben, of wat voor een code dan ook. Vervolgens maak ik in dit geval gebruik van wat satéstokjes en ducttape om corresponderende labels te maken voor de stekken die we gaan snijden. Je wilt hier geen foutjes maken. Geloof me.

Er zijn diverse manieren om je plantje te stekken. In dit geval gebruik ik stekblokjes van steenwol. Die koop je gewoon in de growshop. Schaf er maar gelijk genoeg aan, want ze zijn altijd handig om in huis te hebben.

Dus… eigenlijk moet je dit stukje gisteren even lezen en een bak voedingswater klaarzetten. Ik voeg per liter toe:

  • 5 ml guano
  • 1 ml wortelstimulator

 

Afzuren

Voorkom problemen en zet als je gaat stekken alles netjes klaar.

En nu komt het hete hangijzer in de mediekwekerij. Moet je – indien je organisch kweekt – je water afzuren? Ja hoor. Als je het er niet mee eens bent, ben je van harte welkom om op de koffie te komen. Ik zuur het water gewoon af met PH-. Ik zie niet in wat daar zo bezwaarlijk aan is in deze fase van het kweekproces. 5,8 vind ik een mooie zuurgraad. Het kan lager, maar zo werkt het bij mij altijd prima.

Heb je geen PH meter, dan is er een truukje. Ik koop daarvoor een paar flessen Spa blauw. Geen ander merk, want dit is de enige met een PH van 6.0. Dit werkt al. Zo uit de fles, geen probleem. Als  je dan 0,5 ml natuurazijn per liter water toevoegt, zit je goed. De stekblokjes heb ik de dag er voor dus in het afgezuurde water gelegd en staan klaar.

Stekken snijden

Dan haal ik er 1 plant per keer uit, snijd de top eraf in een schuine hoek, snijd de onderste blaadjes er af, dip ‘m in de stekpoeder/gel en steek ‘m in het blokje. Een plastic bekertje met een klein laagje kleikorrels erin verzorgt een wat vochtiger klimaat. Dan steken we het labeltje in het blokje en gaat het gevolg de propagator in.

Mitsz heeft z’n winnaar gevonden in nummer zes.

 

Zo werk ik de planten stuk voor stuk af om geen vergissingen te maken. De rest is eenvoudig: de propagator gaat direct in mijn bloeihok. Na een week á tien dagen zullen ze duidelijk laten zien van welk geslacht ze zijn. We weten genoeg en kunnen aan de slag.

En de winnaar is…

De uiteindelijke winnaar is nummer 6 geworden, een korte sterke kerel. Gelukkig vonden we er – in nummer 5 – een leuke meid bij van hetzelfde postuur. De rest wordt vriendelijk bedankt, maar gaat zonder pardon de kliko in. Overbodige planten heb ik niets aan want als we weer visite krijgen van de wet, moet ik er niet teveel hebben staan.

Wat is nu het plan? Moeder gaat het bloeihok in. Eerst een week of drie á vier voorgroeien. Gaandeweg zal ik van haar weer een paar stekken snijden om de genetica te behouden. Van onze vent doen we dat evenzo, maar die houden we netjes gescheiden van de dames natuurlijk. Die mag zijn werk gaan verrichten op exotischer oorden en uiteindelijk zijn stuifmeel gaan doneren om mijn snode kweekplannen te realiseren.

Dit resulteert dus in de volgende opstelling voor het bloeihok de volgende ronde:

  • 2 x cheese (lekker sterk en beviel me tot nog toe goed)
  • 2 x sour tangie
  • 2 x hindu kush, waarvan 1 onze moederplant.

Daar zullen nog een paar kleine testplantjes bij komen, maar die tellen niet. Al met al precies 5. :)

Ja, ja, ja…

Tot de volgende keer en kweek ze!